‘Zo zijn onze manieren’, was het thema van de derde netwerkdag voor jonge gemeenten, op zaterdag 8 november. Dit jaar stond het thema ‘leitourgia’ centraal: wat kunnen missionaire plekken die geen pioniersplek meer zijn, op het gebied van samenkomsten leren van van de eerste christelijke gemeenten? ‘Er is veel diversiteit, maar er zijn ook patronen die telkens terugkomen.’
In de Protestantse Kerk in Nederland zijn de afgelopen decennia verschillende nieuwe christelijke gemeenschappen ontstaan. De IZB begeleidt 13 gemeenten die op die manier ontstaan zijn en al langer dan vijf jaar bestaan. Zij vormen samen het netwerk jonge gemeenten. Op 11 november kwamen teamleden van 9 gemeenten samen op de jaarlijkse netwerkdag, georganiseerd door IZB-Impact. Dit keer waren ze te gast bij Cross Culture, een interculturele gemeente in Nieuwegein.
Jonge gemeenten hebben een missionair DNA waardoor het voor nieuwkomers gemakkelijk is om aan te sluiten. Tegelijkertijd hebben ze in de loop van de tijd wel degelijk een eigen cultuur gekregen. Het thema van de dag was daarom: ‘Zo zijn onze manieren – over leitourgia, ‘bij ons kan alles’ en openheid’.
Henk Boerman, hoofd IZB-Impact, kijkt terug op een dag met een goede sfeer, over een thema dat in veel nieuwe gemeenten actueel is. ‘Bij deze derde netwerkbijeenkomst hebben we ervoor gekozen om naar de vormgeving van samenkomsten te kijken. Sommige plekken beginnen met heel kale, laagdrempelige vieringen. Maar ook nieuwe kerkplekken hebben al snel een bepaalde cultuur. Er wordt over pioniersplekken wel gezegd ‘bij ons kan alles’ – vandaar de ondertitel – maar dat is in de praktijk natuurlijk niet zo. Dat levert een spanningsveld op: je ontwikkelt een eigen cultuur en je wilt open blijven, je missionaire DNA behouden.’

Luisterlied
Aan welke veranderingen moet je denken op gebied van liturgie als een gemeente meer gesetteld raakt? ‘Als je start met vieringen als onderdeel van een missionaire plek, is een veelgehoorde vraag of je überhaupt een lied kunt zingen met elkaar. Veel aanwezigen zijn immers niet bekend met kerkelijke liederen. Een oplossing kan zijn: een luisterlied. Of een lied als optreden. Dan is het de vraag: wat ga je zingen? Dat hangt vaak af van de context en ook van de missionair werker. Is de groep samen voor een maaltijd, die je uitbouwt tot een viering? Of een gesprekskring, die je uitbreidt tot een wat grotere activiteit?’
Een belangrijke factor is ook de plek waar je samenkomt. ‘Een kerk of een aula van een school, dat maakt echt veel uit. Ik denk dat de liturgie op pioniersplekken over het algemeen sober is. Er wordt een kaars aangestoken. Ik heb weleens meegemaakt dat aan een kind werd gevraagd wat die kaars betekent. Die kleine variaties hebben als doel dat mensen de liturgie als een levend geheel ervaren. Ik pleit wat dat betreft voor heilige flexibiliteit.’

Gezindheid
Hoe helpt de IZB deze jonge gemeenten verder op weg? ‘Bij de IZB gebruiken we een tool die vijf kenmerken van de eerste christelijke gemeenschappen vertaalt naar deze tijd’, vertelt Boerman. Elk jaar wordt de komende tijd ingezoomd op één kernwoord, om samen te bekijken hoe dat terugkomt in de eigen gemeenschap. Het gaat om de Griekse woorden didachè (vorming), kerugma (verkondiging) koinonia (community en zorg voor elkaar), diakonia (liefde en zorg voor de ander) en leitourgia (aanbidding en geloof).
Boerman koos ervoor in zijn bijdrage over liturgie aan te sluiten bij Romeinen 12 vers 1 en 2, waar de apostel Paulus spreekt over ‘de ware eredienst’. ‘Paulus maakt daarbij het punt dat je zelf een levend offer bent. De samenkomst is niet het centrale punt van de eredienst. Aanbidding hangt samen met een vernieuwing van je gezindheid. Hij zegt: laat de stem van God voortdurend een plek krijgen in je leven, want dat vernieuwt je.’
Ontvankelijkheid
De theoloog John V. Taylor sluit hierbij aan in zijn denken over liturgie. ‘Hij benadrukt dat aanbidding ertoe leidt dat je meer opmerkzaamheid krijgt voor de werkzaamheid van God in deze wereld. Een aanbiddend leven maakt dat je als vanzelf weer die wereld in gaat. Samenkomsten zouden daaraan mee moeten werken, dat je ook buiten de kerk meedoet aan Gods werk.’
In de liturgie is het soms de verleiding om te denken dat het gaat om muzikale kwaliteit, om presteren, maar dat is niet de essentie, benadrukt Taylor. Het gaat niet om wat wij doen of aanbieden, maar om ruimte maken voor Gods initiatief. Stilte, ontvankelijkheid en beschikbaarheid vormen de kern.
De filosoof en theoloog James K. A. Smith sluit op weer een andere manier aan bij de woorden van Paulus, vertelt Boerman. ‘Aanbidding speelt een grote rol in het vormen van verlangen. In de liturgie kom je als het ware op toonhoogte van Gods verhaal. De Geest zorgt ervoor dat jouw kleine dagelijkse verhaal wordt verbonden met Gods verhaal. Na de eredienst in de kerk gaan we naar buiten. In het doordeweekse leven vallen we onszelf tegen, maar gelukkig kunnen we een week later weer naar de samenkomst, is dan de gedachte.’

Tijdlijn
Met de organisatie van deze dag worden de jonge gemeenten uitgedaagd om de komende maanden in de teams aan de slag met hun samenkomsten. Hiervoor heeft IZB-Impact werkvormen ontwikkeld. ‘Een daarvan is voor elke kerk waardevol om eens met elkaar te doen: maak een tijdlijn van jullie samenkomsten. Wanneer is er iets toegevoegd, is er ergens mee geëxperimenteerd? Wanneer is iets weggelaten? En waarom? Het is in veel kerken niet gemakkelijk om over liturgie te praten. Wellicht is dit een goede manier om daarover in gesprek te gaan.’
Bij de vormgeving van je liturgie is het ook goed om te kijken wat waarden zijn in je gemeenschap. ‘Als je plek intercultureel is, dan kan dit een belangrijke waarde zijn. Je kunt wel stellen dat heiligheid en stilte belangrijke waarden zijn, maar past dat ook bij de mensen die bij jou naar de eredienst komen, als je weet dat ze van Frans Bauer houden? Het is belangrijk om aan te sluiten bij de eigen context.’
Een andere opdracht die de jonge gemeenten meekregen, was om het gesprek te voeren over bouwstenen die onderdeel uitmaken van een samenkomst. ‘De christelijke kerk heeft aanbidding altijd op een heel diverse manier vormgegeven. Maar tegelijkertijd zijn er wel patronen die telkens terugkomen. Denk aan zang, gebed, lofprijzing, een geloofsbelijdenis en de verkondiging. Meerdere plekken gaven aan een losstaand element van verootmoediging, schuldbelijdenis of het benoemen van een leefregel niet als vanzelf een plek heeft in de samenkomsten. Wij zeggen niet dat dit moet, maar de bezinning erover is goed. Waarom doe je dingen wel en niet in je samenkomst? Dit kan zeker afhankelijk zijn van de context. We zijn benieuwd hoe deze bezinning verdergaat.’
Tekst: Nels Fahner
Lees hier het verslag van de vorige netwerkdag voor jonge gemeenten.