Van de wereldkerk kunnen we leren om Gods aanwezigheid in de eigen tijd te ervaren, meent Rik Mager, missionair predikant van de IZB. Op 10 november houden GZB en IZB hierover een minisymposium naar aanleiding van zijn dissertatie ‘The Logos of God’, een studie naar het gedachtegoed van de theologen Alvin Plantinga en Catherine Pickstock.
‘Wie is Jezus? Die vraag houdt mij al lange tijd bezig. Volgens de Bijbel is hij de ‘logos van God’. Dat woord ‘logos’ had in Bijbelse tijden de betekenis van een ordenend principe voor de werkelijkheid. Het betekent in het oudgrieks ‘woord’, ‘zaak’ of ‘ding’. Waarom wordt dat woord verbonden met Jezus, de man van Nazareth? Dat heeft met altijd gefascineerd’, vertelt Rik Mager, als ik hem spreek in het kantoor van de IZB.
Sinds de zomer van 2024 werkt hij als gemeentebegeleider voor de IZB. Zijn proefschrift schreef hij in de periode daarvoor, toen hij namens de GZB als docent en pastor verbonden was aan de anglicaanse kerk in Cyangugu, Rwanda. Rwandezen hebben een ander tijdsbesef dan westerlingen, vertelde hij in een eerder interview voor de IZB. Juist dat kan ons iets leren over hoe de eeuwigheid het hier-en-nu doortrekt. ‘Zij hebben niet zo’n sterke scheiding tussen ‘dit is nu’ en ‘dat was toen’. ‘Story’ en ‘history’ zijn meer een eenheid. Dat heeft mij ook beïnvloed. Het verhaal van God met mensen proberen we te verankeren in de geschiedenis, maar het is een boodschap voor het hier en nu. Wij zien Adam als een soort individu, maar zijn naam betekent: de mens. Wat Adam doet in Genesis 3 en nu is eigenlijk één moment. Of het nu historisch is of niet-historisch, is in die zin niet zo relevant. Ik bedoel: hier in het westen houden we ons wat dat betreft soms bezig met een probleem dat misschien niet zo’n probleem is.’
Cirkel
In zijn proefschrift komt die manier van de werkelijkheid beleven terug als hij de opvattingen van de Britse theologe Catherine Pickstock bespreekt. ‘In haar opvatting is Christus het middelpunt en kun je daaromheen een cirkel trekken. Waar je ook bent, en wie je ook bent, in heden of verleden, iedereen heeft dezelfde afstand tot Christus. Petrus en Paulus zijn in die zin net zo dichtbij Christus als wij.’
Dat is een andere manier van denken dan de focus op Jezus als historische figuur. ‘Wij in het Westen denken in lineaire tijd. Pickstock probeert dat te doorbreken, onder meer aan de hand van Kierkegaard. Zij pleit voor een besef van eeuwigheid, dat ze verbindt met het woord ‘eternity’. Dat is iets anders dan ‘infinity’ in de zin van een lijn die nooit stopt, waarbij God oneindig ver weg is. ‘Eternity’ betekent juist dat God overal tegelijk is. We moeten ons God niet voorstellen als een entiteit die buiten onze werkelijkheid staat. God bestaat, maar op een andere manier dan wij bestaan.’
Het is op dit punt dat de inhoud van zijn proefschrift raakt aan de missionaire praktijk van de kerk in het Westen. ‘Een andere denker die ik bespreek, Alvin Plantinga, stelt dat er onder alle mensen een intuïtief Godsbesef is. Er is een Schepper boven ons. Het geloof in God is vanzelfsprekend, buiten Europa.’
Diepere werkelijkheid
In Europa lijkt er, na een periode van secularisme, een beweging in dezelfde richting te ontstaan. Dat godsbesef is er ook gewoon op straat, in Soesterberg, waar hij woont, zegt Mager. ‘Het gaat dan niet zozeer over de vraag of God bestaat of dat je naar de kerk gaat of niet. God is op een andere manier aanwezig. Toen ik onlangs een nacht in het ziekenhuis doorbracht, hoorde ik op een gegeven moment hoe een coassistente, een twintiger, in gesprek was met een patiënt op de hartbewaking die heel bang was dat het niet goed met hem zou gaan. Hij zei: ik doe aan yoga, maar het helpt mij niet; ik durf niet te slapen. Zij nam de tijd voor zijn angsten. Ze stelde hem vragen. Ik denk dat zij veel van dergelijke gesprekken voert. In dat gesprek was God er, zou Pickstock zeggen, niet als een concept waar je een mening over kunt hebben, maar als een aanwezigheid die er is, in het dealen met jouw angst.’
Op zulke kruispunten ontstaat het geloofsgesprek, en kunnen christenen veel voor hun niet-gelovige gesprekspartners betekenen. ‘Hoe ga je met angst om? Hoe kijk je naar de dood? Hoe deal je met de eigen sterfelijkheid of die van vrienden? Op de momenten dat het daarover gaat, dient zich een diepere werkelijkheid aan. Het gaat voor christenen dan om het vinden van een bepaalde luisterhouding, zoals Kees van Ekris die bespreekt in zijn boek De magie van het geloof. En misschien kun je aan de hand van een Bijbelverhaal de vraag stellen of God zich daarin ook aandient.’
De missionaire toerusting van de IZB sluit aan bij die noodzaak van goed luisteren, vertelt Mager. ‘Missionaire gemeenteopbouw is erop gericht dat je als gemeente elkaar kent, dat je je buren leert kennen en dat je daardoor gemakkelijker iets deelt van wat je tegenkomt in je werk doordeweeks dat je aan God doet denken. Geloof is zo veel meer dan een propositie.’
Rijkdom
Tijdens het minisymposium op 10 november draait het gesprek om de stelling dat we in Europa niet zozeer in een post-christelijke, maar in een post-seculiere tijd leven. ‘Seculier betekent dat de wereld van God los is geraakt. Dat veronderstelt dat de wereld leeg is of dat God een onderdeel is binnen de werkelijkheid. De mens moet er zelf betekenis aan geven, en God is daarbij een optie. Maar het is maar zeer de vraag hoe leeg de wereld is. Het gesprek daarover begint zich weer op te dringen.’
Hij voelt zich in die opvatting gesteund door Catherine Pickstock. ‘Volgens haar is de wereld niet leeg, maar al van God vervuld. Dat levert haar de kritiek op dat ze neigt naar panentheïsme – de opvatting dat God samenvalt met de dingen. De bomen, de bergen, de medemensen, muziek, de kunsten, de rijkdom van de schepping: de wereld is een kathedraal die vol van God is.’
Toen hij met Afrikaanse studenten in gesprek was over het wereldbeeld van de Britse theologe, konden haar opvattingen op instemming rekenen, vertelt Mager. Juist in dat opzicht heeft de kerk van het westen iets te leren van de wereldkerk, denkt hij. ‘Over Pickstock zeiden zij: zij is een Afrikaan. Ze sluit aan bij het aardse, het poëtische van het leven. Deze manier van denken erkent dat er in het leven een ontwikkeling zit; het werpt licht op het dynamische, creatieve van de werkelijkheid.’
Ongrijpbaar
Als je Christus als ‘logos’ van God ziet, het Woord van God dat uiteindelijk onze werkelijkheid bepaalt, dan betekent dit niet zozeer iets rationeels of logisch, maar juist een erkenning van de ongrijpbaarheid van het bestaan, concludeert Mager in zijn proefschrift. ‘Het betekent dat je de werkelijkheid begrijpt vanuit het gezichtspunt van Jezus, als een soort paradigma, waarin hij ook als historisch persoon een plek heeft. Als iemand die in een dorpje is opgegroeid, die geleden heeft, die de dood heeft ondervonden. Iemand die tot op zekere hoogte geen grip op zijn leven had; al had hij legioenen engelen tot zijn beschikking, hij roept hun hulp niet in. In een gesprek tussen de communistische filosoof Slavoj Zizek en de psycholoog en influencer Jordan Peterson legt Zizek, die zelf niet gelovig is, de aantrekkingskracht van het christendom zo goed uit, dat Peterson zegt: gij beweegt mij bijna om christen te worden. Want hoe komt God ter sprake in het evangelie? Uitgerekend in iemand die vernietigd wordt. Dat blijft een heel bijzondere boodschap.’
Vreugdevol
Voor hemzelf was dit proefschrift een project dat hielp om het dagelijkse zendingswerk in Rwanda van een buitenperspectief te voorzien. ‘Voor veel zendingswerkers geldt dat het werk je een tikkeltje traumatiseert. Je beseft dat je zelf nog lang niet af bent, je valt jezelf tegen. Rwanda is een dictatuur. De onrechtvaardigheid daar roept boosheid en cynisme op. Er is daar zo veel onderlinge achterdocht dat je daarin wordt meegenomen, zodat je op een gegeven moment niet meer normaal naar mensen kunt kijken.’
De studie aan de universiteit in Uganda hielp hem om uit het Rwandese systeem te raken en mens onder de mensen te zijn. ‘Je verdiept je in Jezus die een weg aflegt die navolgenswaardig is. Het mooie is dat je daardoor weer met vreugde de wereld kunt zien. In mijn werk voor de IZB zie ik die vreugde ook bij de kerken die ik bezoek. Ik probeer altijd te zeggen: probeer in de ‘genietmodus’ te gaan. Niet in een kramp schieten, maar vanuit verwondering leven. Jezus had zelf geen programma, maar zijn discipelen deelden hun noden met hem. In die context probeerde Hij het juiste te zeggen en te doen.’
Tekst: Nels Fahner
Meer info over het minisymposium ‘The Logos of God’ op 10 november in Zeist is hier te vinden. Het boek is uitgegeven bij uitgeverij Skandalon en hier te bestellen.