Bas van der Graaf is onlangs gestart als hoofd IZB-Toerusting. Het christelijk geloof is een bron van rijkdom, benadrukt hij. Tegelijkertijd vraagt het moed om een buurman of vriend mee te nemen naar een maaltijd in de kerk. ‘Het kan voelen alsof je jezelf op het spel zet.’
‘Als kind heb ik in de Nieuwe Kerk hier in Huizen, waar ik nu predikant ben, in de banken gezeten’, vertelt ds. Bas van der Graaf in zijn spreekkamer op de eerste verdieping van zijn woning in het voormalige Gooise vissersdorp. . Op tafel een Bijbel, aan de wand een filmposter die hij in Amsterdam op straat gevonden heeft en die de ‘Boulevard of broken dreams’ voorstelt. Deze plek ademt creativiteit en rust, twee polen waartussen Van der Graaf pendelt in zijn werk als predikant, coach en, tot vier jaar geleden, begeleider van pioniersplekken.
Zijn nieuwe baan als hoofd IZB-Toerusting past hem als een handschoen. In die rol zal hij mede vormgeven aan de gemeentebrede missionaire trajecten van de IZB. Van der Graaf heeft als begeleider in zijn Amsterdamse tijd missionaire initiatieven zien ontstaan en soms ook weer zien eindigen. ‘Amsterdam is een individualistische stad’, zegt hij daarover. In zo’n cultuur is het moeilijk om gemeenschappen te vormen, al zijn er ook initiatieven tot bloei gekomen. Hoewel hij de verschillende kanten van het missionair werk kent, is zijn gepassioneerdheid voor Gods goede boodschap toegenomen, getuige het boek dat hij onlangs schreef: ‘Levenslessen van Jezus. Leren leven in Gods Koninkrijk’.
Verstaanbaar en relevant
De afgelopen jaren heeft hij in Huizen als gemeentepredikant in de Nieuwe Kerk gewerkt. ‘Huizen is een plek waar al heel lang IZB-werkers actief zijn. Daar is de missionaire wijkgemeente De Brug uit ontstaan, met zo’n honderd bezoekers per week. Het missionaire gedachtegoed van De Brug zie je nu ook terug in de gemeenten die met die plek verbonden zijn. Je leest aan die geschiedenis af dat missionair werk een kwestie van lange adem is. Er was hier al vroeg een visie, er is geïnvesteerd en je plukt soms later pas de vruchten van wat voorgangers gezaaid hebben.’
Het missionaire vuur kreeg bij hem een flinke impuls bij een bezoek aan New York in 2003, waar hij kennismaakte met het denken van Tim Keller. ‘Keller probeerde zoekers en eigen gemeenteleden tegelijkertijd te bedienen. Dat betekent voor mij dat ik altijd probeer om verstaanbaar en relevant te preken, ervan uitgaande dat er ook mensen in de kerk zitten die niks weten van het christelijk geloof. Wat voor voorbeelden haal je dan aan? En wat veronderstel je als bekend?’
Soulfood Dinner
In Huizen heeft hij de afgelopen jaren veel energie gestoken in de toegankelijkheid van kerkdiensten, vertelt hij. ‘Het gaat erom dat een buurman of vriend het gevoel heeft: hier is op mij gerekend. Verder zijn we de afgelopen tijd bezig geweest met de betekenis van ons kerkgebouw. Het is het meest concrete beeld van de kerk en het is een heilige ruimte. Veel mensen hebben geen idee of je er gratis in mag, bijvoorbeeld. Zijn er ook activiteiten waar iedereen bij mag zijn? We organiseren van tijd tot tijd een Soulfood Dinner. Daarvoor dekken we voorin de kerk vier tafels. We vragen twaalf mensen uit de kerk om iemand van buiten hun kerkelijke kring mee te nemen en voor diegene te betalen.’
Bij elke gang komt een onderwerp aan de orde dat raakt aan geloofsthema’s. ‘Rond Pasen hadden we bijvoorbeeld een open gesprek over de betekenis van de woorden ‘sterven, begraven en opstaan’. Zijn er dingen in je leven die aan het sterven zijn? Kun je ook weer opstaan in een nieuwe realiteit? Ik vertel daarbij iets over het Paasevangelie en ik maak dit zo universeel mogelijk. Mensen vinden het vaak bijzonder om in een kerkgebouw van een eeuw oud te dineren.’
Ook hierbij benadrukt hij dat missie een kwestie van lange adem is. ‘Er is nooit een doop uit voortgekomen, voor zover ik weet. We waren soms vooral veel aan het puinruimen. Er kwam oud zeer naar boven, soms waren mensen verrast: dit gaat wel ergens over. Een gemeentelid had een collega meegenomen van wie hij wist dat die sceptisch stond tegenover het geloof. Hij had het gevoel dat hij zichzelf op het spel zette. Dat was spannend, maar het werd een mooi gesprek. Zulke diners zijn een oefening voor iedereen.’
Bergrede
De laatste tijd zijn er berichten dat de belangstelling voor het christelijk geloof en de kerk onder tieners en twintigers groeit. Die interesse ziet Van der Graaf ook om zich heen. ‘Er zijn vier grote filosofische vragen. Wat is geluk? Wat is echt? Wat is een goed mens? Hoe word ik een goed mens? Alle religies hebben zich daarmee beziggehouden. Bijzonder is dat deze vragen allemaal in de Bergrede aan de orde komen. Jezus begint opmerkelijk genoeg met het geluk. Armen, treurenden, vredestichters: dat zijn kwalificaties die geen reden zijn om gelukkig te zijn. Hij prijst hen gelukkig en zegt: voor jullie is het Koninkrijk. En dat Koninkrijk is de diepste realiteit in deze wereld.’
De Bergrede ging voor hem leven door het lezen van het oeuvre van de Amerikaanse filosoof Dallas Willard. ‘Ik ben heel lang voorzichtig geweest om te stellen dat de woorden van Jezus in de Bergrede een werkelijkheid vertegenwoordigen waar je je huis op kunt bouwen. Ik dacht: dit is domineesretoriek. Maar ik ben steeds meer gaan geloven dat het wel degelijk een getuigenis over de waarheid is en dat het evangelie de wereld wil veranderen in een veilige plek. Jezus’ boodschap roept op tot verandering, metanoia. We zien nu beweging onder twintigers die zeggen: wij missen houvast, er vallen veel zekerheden weg. Zij voelen dat de gangbare beloften van geluk en voorspoed weleens te kort zouden kunnen schieten. Ze zoeken naar iets wat substantiëler is.’
Oefenen
‘Levenslessen van Jezus’ bevat onder meer een aantal geestelijke oefeningen. Dat klinkt heel klassiek. Waarom is het juist in deze tijd belangrijk om je te oefenen in het geloof? Wat is zijn eigen ervaring daarmee? ‘Ik heb zelf een slecht geheugen, ik kan moeilijk feiten onthouden. Ik ben daarom weer heel intensief in de Bijbel aan het lezen. Studeren op de Bijbel is een van de geestelijke disciplines die ik uitwerk in het boek. Ik leer nu ook weer meer Bijbelteksten uit mijn hoofd. Willard benadert dat heel praktisch: anders gaan leven betekent dat je verkeerde ideeën vervangt door goede gedachten. Sla dus Bijbelteksten op in je hoofd, zodat je eruit kunt putten.’ Hij is even stil. ‘Ik heb mijn gemeente uitgenodigd om psalm 23 uit het hoofd te leren. Van veel gemeenteleden heb ik gehoord dat dit in de periode daarna een rol ging spelen in hun dagelijkse leven. De kloostergetijden zijn onder meer gebaseerd op psalm 119, waar staat ‘Ik zing u dagelijks zevenmaal lof’. In navolging daarvan probeer ik elke drie uur zeven minuten in deze kamer te zijn, stil te zijn en met een psalm te bidden. Ik hoop dat ik daar ook op kantoor een vorm voor vind. Zulke geestelijke oefeningen helpen mij om als het ware in te pluggen in de werkelijkheid van God. Stilte is niet je hoofd leegmaken, het is de Vader, de Zoon en de Geest ontmoeten. Daarin vind ik een grote rijkdom.’
Tekst: Nels Fahner. Foto's: Wouter Muskee.