Zoek

Een waterkanon door de straat

Een waterkanon door de straat

Hemelsbreed is de afstand nog wel te overzien, maar psychologisch is het verschil tussen Houten en Rotterdam-Zuid behoorlijk groot. Eind 2019 gingen Harry en Marieke Blok met hun vijf kinderen ‘missionair verhuizen’ vanuit hun comfortabele Vinex-omgeving naar de wijk die wel wordt omschreven als ‘Klein Ankara’. Hier zetten ze zich in voor Licht op Zuid. Een stap in geloof – en ze zijn niet beschaamd.

8 april 2021

Een pand van vier verdiepingen (‘iemand noemde het een mini-flat’, lacht Harry). Van de begane grond, aan de straatkant, is een gedeelte bestemd als (toekomstige) buurtkamer. De lichte, smaakvol ingerichte ruimte is voorzien van een lange eettafel, een bankje en wat stoelen – maar zolang de coronamaatregelen van kracht zijn kunnen de omwonenden uiteraard nog geen gebruik maken van deze gastvrijheid. Wel ontvingen Harry en Marieke hier al een paar keer de huiskring voor Bijbelstudie.

Licht op Zuid-4.jpgHarry (46) is advocaat, gespecialiseerd in letselschade en verzekeringsrecht. Marieke (48) werkt, nu nog een dag in de week, als psycholoog voor een ggz-instelling. Aan hun missionaire verhuizing ging een lang proces vooraf. Marieke: ‘Ik denk dat het een jaar of 5,6 geleden begon. Onze predikant in Houten benadrukte altijd heel erg dat het leven van een christen bestaat uit het dienen van God én er zijn voor je naaste.’

Spiegel
Een bevriend echtpaar uit hun kerkelijke gemeente raakte betrokken bij een buurthuis in Rotterdam-West, ook een geval van missionair verhuizen. ‘Ze hielden ons een spiegel voor.’ Een drukke periode in het gezin – de geboorte van de vijfde, en de oudste die vanwege dyslexie extra aandacht vroeg – kostte de nodige energie. Marieke: ‘Zodoende waren we een paar jaar meer naar binnen gericht.’ Toen volgde de ene aanwijzing op de andere. Een preek. Een column. Een boek. Zoals Sores en zegen van ds. Piet de Jong.  En De slag om het hart van Herman Paul. Harry: ‘We gingen ons meer en meer afvragen: waar leven we nu eigenlijk voor? Ons gezin, ons werk, onze woonplek – of moet het over een andere boeg?’

‘In onze zoektocht vergeleken we Gods plan met ons leven met een draad die Hij als het ware door een lap stof rijgt’, zegt Marieke. ‘Het werd steeds duidelijker welke kant het op moest.’ Ze herinnert zich nog precies het moment waarop ze het zeker wist. ‘Ik had het boek van ds. De Jong uit en zei: we gaan naar de stad.’ Hoe en wat – dat zou zich wel wijzen. Harry wist wel dat hij zijn baan als advocaat wilde behouden. ‘Ik had en heb niet de roeping om me te laten omscholen tot kerkelijk werker.’

Een stad dus. Maar waar en binnen welk project zou er een goede plek voor hen en hun kinderen zijn? De eerder genoemde vrienden dachten onafhankelijk van elkaar aan Licht op Zuid, een initiatief dat ontstaan is vanuit de Maranathakerk, gericht op de wijk Bloemhof in Rotterdam-Zuid.

Martijn en Jorien Weststrate zijn als missionair resp. maatschappelijk werker aan het project verbonden. (Inmiddels bereidt Martijn zich voor op een nieuwe baan; hij wordt per augustus 2021 ziekenhuispredikant/geestelijk verzorger in het Ikazia-ziekenhuis.)

Harry en Marieke wisten dat het echtpaar Weststrate ondersteuning kon gebruiken, vanwege het vertrek van jonge gezinnen uit de wijk. Ook in een gesprek met de IZB werd Licht op Zuid genoemd. Maar andere opties werden ook overwogen. God zou de plek moeten aanwijzen. In de zomer van 2019 legden Harry en Marieke de eerlijke vraag op tafel bij de Weststrates: zitten jullie wel op ons te wachten? Ja, dat zaten ze. Om meerdere redenen. En… ze hoopten op een gezin met oudere kinderen!

Schietpartij
Marieke: ‘Toen we na dat gesprek weggingen, zeiden we tegen elkaar: hier gaat echt een deur open.’ Precies in die periode was er in de wijk een schietpartij geweest. Niet heel verwonderlijk,  ‘er zitten 5,6 coffeeshops in de straten om ons heen’, zegt Harry ter verduidelijking. ‘Wat als ons of één van de kinderen iets zou overkomen?’ Juist daarom wilden ze heel graag een bevestiging op die keus. Die kwam de daaropvolgende zondag in de vorm van een preek van een zendingspredikant. ‘Het was, zo zei hij aan het begin, zijn gebed dat er mensen zouden luisteren die zo’n stap wilden zetten. Zijn laatste zin was: “Aarzel niet langer. Sta op. Ga, en God zal met u zijn”.’

Daarmee was het zonneklaar. ‘Ook de kinderen voelden: dit is onontkoombaar.’ Ze verwerkten het alle vijf op hun eigen manier. Loïs, de middelste (toen 11), stond eerst bepaald niet te juichen. Marieke: ‘Na een Bijbelverhaal in de klas keek ze iedereen aan en zei tegen zichzelf: ‘Ik vind het heel moeilijk om hier weg te gaan. Maar als God wil dat papa en mama dit gaan doen, dan is het goed.’

Elke stap
‘We hebben duidelijk ervaren dat je elke stap in geloof moet doen’, blikt Harry terug. Het huis in Houten werd heel snel verkocht, in Rotterdam ging het ook voorspoedig. Dat wil zeggen: op korte afstand van elkaar waren twee panden beschikbaar. Voor het huis waar de familie Blok nu woont diende zich op het laatste moment een tweede gegadigde aan, dus dat was nog even spannend. ‘We zaten net tweeduizend euro boven de andere koper…’.
Rond de verhuizing werden ze keer op keer verrast door bijzondere contacten met andere christenen. Een groepje Bulgaren die in hun huis kwamen stukadoren. De aannemer die een broeder bleek te zijn. Mensen die via-via gehoord hadden waarom ze hierheen verhuisden en die wat langs kwamen brengen. ‘Onzichtbare lijntjes, over kerkmuren heen!’

Of ze Houten missen? Harry: ‘De tuin, daar denk ik nog wel eens aan terug.’ Daar staat tegenover dat hier, pal voor de deur, een singel ligt. Dat kwam deze winter wel heel mooi uit, ook het gezin Blok heeft enthousiast de ijzers ondergebonden. Marieke: ‘Even bij die-en-die langs als je iemand wilt spreken, dat is er niet meer bij.’ Harry: ‘We hebben 18 jaar in Houten gewoond, waren er echt geworteld. Fijne buren, een fijne gemeente, veel comfort. In de gesprekken met je buren ging het vaak over je huis, je vakantie – daar heb je het hier veel minder over. Hier gaat het om het christen-zijn in de basis. Nu merken we dat het met elkaar op de Biblebelt zitten, ook veel ruis geeft.’

Waterkanon
Ook de kinderen, nu tussen de 18 en 5, zien natuurlijk een andere kant van de samenleving. Ze worden bijvoorbeeld in hun eigen wijk geconfronteerd met mensen die bedelen. Zaken als de juiste (merk)kleding hebben hier weinig prioriteit. Saai is het leven in een stad als Rotterdam allerminst, hebben ze al ontdekt. Tijdens de avondklokrellen in januari hadden ze vanuit de zitkamer zicht op de gebeurtenissen, die zich letterlijk om de hoek afspeelden. ‘We zeiden tegen elkaar: Hee, er rijdt een legervoertuig door de straat! Dat was dus een waterkanon.’

Inmiddels hebben ze hun weg gevonden. Marcus, de oudste, kreeg naast zijn studie een baan bij een supermarkt (en is daar soms de enige witte medewerker). De andere kinderen zitten op school (reformatorisch basis- én voortgezet onderwijs zijn op fietsafstand voorhanden). Ook bij Licht op Zuid draaien ze mee: Marcus bedient de beamer, Naomi en Loïs zijn betrokken bij het kinderwerk. Het gezin woont in principe één dienst per zondag bij in de Maranathakerk. ‘We willen ook het geregelde kerkelijke leven meegeven aan onze kinderen, maar onze focus ligt bij Licht op Zuid.’
Vanwege de coronamaatregelen kan de buurtkamer nu geen onderdak bieden aan de huiskring, voor een gezamenlijke maaltijd en Bijbelstudie. Een tegenvaller, maar Harry en Marieke zien er inmiddels ook wel het voordeel van in: ‘We kregen nu, onbedoeld, de kans om rustig op te starten.’

Kledingbank
Tot het takenpakket van Marieke hoort het bezoekwerk in de wijk, het meedraaien bij het naaiatelier en de kledingbank. Als alles weer enigszins normaal draait, wil ze koffieochtenden organiseren. Harry, ook betrokken bij de huisgroep, zit in het kernteam van Licht op Zuid. Hij houdt dus zijn baan als advocaat, en heeft daarbij tijd gereserveerd voor een belangrijk deel van het werk binnen dit project: fondsenwerving en financiën. Licht op Zuid kan zich niet zelf bedruipen, daar is in elk geval ondersteuning bij nodig. ‘De diaconale activiteiten worden daarom ondergebracht in een stichting; zodoende kunnen we fondsen aanschrijven. Een kerk steunen wil men niet altijd, bij diaconaal werk ligt dat anders.’

Er zijn al gemeenten die Licht op Zuid steunen, maar er kunnen er nog meer bij. ‘We willen uiteindelijk een kring vormen van zo’n vijftien kerken/gemeenten die het project ‘adopteren’. Een mooie gelegenheid om het missionaire bewustzijn aan te wakkeren en zo te laten zien: het evangelie brengen is de kosten meer dan waard. Daarbij willen we een kruisbestuiving tot stand brengen een tussen de regio en de stad. Met hopelijk als bijeffect dat clichés die over en weer gelden, worden doorgeprikt. En verder leg ik contacten met ondernemers, niet zozeer alleen als geldschieters, maar ook vanwege hun kennis. Er zijn veel raakvlakken: ondernemen heeft ook alles te maken met risico’s durven nemen, dat geldt ook voor Licht op Zuid.’

Nieuwe vriend
Intussen genieten Harry en Marieke van de persoonlijke contacten met mensen in de wijk. Bijvoorbeeld met een Iraaks-Koerdische alleenstaande moeder en een Kroatische achterbuurvrouw. En met autochtone Rotterdammers, die zo verfrissend ongepolijst uit de hoek kunnen komen. Marieke: ‘We kennen een vrouw, die voor de tweede keer weduwe is geworden. Dit voorjaar wordt ze gedoopt en legt ze belijdenis af. Ze zei: “Ik heb een nieuwe vriend! Je ziet Hem niet, maar Hij is er wel. Zijn Naam is Jezus”.’

Dit mooie project kunt u steunen door via deze link een gift over te maken via Tikkie of door het 'donatie-formulier' te gebruiken en 'Licht op Zuid' te selecteren.