Zoek

Hoe komt je leven tot bloei?

Hoe komt je leven tot bloei?
Missionair onderzoek in het kort

Bij de millennials in de jonge gemeente in Den Haag waar hij leiding aan geeft, merkte theoloog Rik Zwalua een sterk verlangen naar het goede leven: hoe komt mijn leven tot bloei? In zijn afstudeerscriptie betrekt hij inzichten van Miroslav Volf en Bernd Wannenwetsch bij de vraag hoe je daar vanuit theologisch perspectief op kunt reageren. Iris Molenaar zette in de rubriek 'Geleerd' namens IZB-Areopagus de belangrijkste inzichten uit zijn onderzoek op een rij.

17 december 2025

Rik Zwalua, pionier bij LUX Den Haag, studeerde met zijn masterthesis 'Hoe komt je leven tot bloei?' af aan de Protestantse Theologische Universiteit. In ontmoetingen met jonge professionals in Den Haag merkt hij het verlangen naar een florerend leven. Millennials leven met hoge verwachtingen, maar ervaren ook grote onzekerheid. In hun levens klinken verlangens naar het goede leven door. Ze worden zichtbaar in een sterke gerichtheid op zelfontwikkeling en het streven naar genot. Die focus op zelfontwikkeling raakt aan het maakbaarheidsideaal in onze cultuur. Als mens ben je verantwoordelijk voor je eigen bloei en als je niet floreert, dan ben je daar zelf schuldig aan.

Ieder mens verlangt

Hoe komt een leven tot bloei? Zwalua onderzoekt op systematisch-theologische wijze de theologie van het florerende leven. Hij gaat daarvoor te rade bij de theologen Miroslav Volf en Bernd Wannenwetsch. In lijn van Augustinus zien beide theologen de mens als een verlangend wezen met tegenstrijdige verlangens die gevormd moeten worden. Vanuit dit vertrekpunt gaan beide theologen een eigen weg. Volf verhoudt zich waarderend tegenover menselijke verlangens naar het goede leven. Hij wijst die niet direct af, maar ziet er een opmaat in voor het verlangen naar het florerende leven zoals God het bedoeld heeft. Hij denkt in een pneumatologische lijn. De Geest wil werken in het hart van ieder mensenkind. Zo ziet Volf in de menselijke, 'seculiere' verlangens aanknopingspunten voor de zoektocht naar God en zijn bedoeling van florerend leven. Daartegenover klinkt de kritische, contrasterende stem van Wannenwetsch. Hij stelt vanuit een soteriologische lijn dat ieder mens radicaal moet breken met zijn verlangens. Menselijke verlangens voeren volgens hem terug op begeerte. Ons moet een nieuw verlangen naar God geschonken worden. Dat nieuwe verlangen ontvangen christenen in de genade van Christus en wordt in de kerk gevormd. Daarmee wordt de kerk een cruciale oefenplaats.

Implicaties voor missie

Interessant in Zwalua's onderzoek zijn de implicaties voor missie. Zo concludeert hij in een hoofdstuk over de hedendaagse tijd en cultuur: 'We leven in een cultuur vol verlangen, zoveel is duidelijk. Theologie stelt ook een andere cultuur voor ogen, namelijk die van Gods komende wereld. De waarde van Wannenwetsch' positie is dat hij het unieke werk van Christus ten volle centraal blijft stellen. Tegelijkertijd kunnen we verlangens naar het florerende leven in onze huidige, seculiere cultuur niet begrijpen zonder de eschatologische visie van Volf, waarin hij benadrukt dat de Heilige Geest in elke tijd en cultuur woont, werkt en vernieuwt, om ons uiteindelijk allen thuis te brengen' (p. 46). De twee posities nodigen uit tot reflectie op onze eigen verlangens en onze ontmoetingen met tijdgenoten en gemeenteleden. Waar komen we in de levens van mensen verlangens naar het goede leven op het spoor? Hoe kunnen we die verlangens heilzaam verbinden aan het goede leven in Christus? Welke rol heeft de kerk hierin te vervullen?

Oefenplaats

In zijn conclusie komt Zwalua uit op een middenpositie. Met Wannenwetsch ziet hij de kerk als een cruciale oefenplaats voor het florerende leven, maar hij hecht daarnaast ook grote waarde aan het meer inclusieve perspectief van Volf, dat breder kijkt dan de kerk alleen. Volgens hem kan het goede, ware en schone ook gevonden worden op plekken buiten de kerk en in 'meer alledaagse verlangens'. Hij schrijft: 'Mensen hebben van nature ook verlangens naar het goede, niet elk verlangen hoeft ‘overwonnen’ te worden. Mijns inziens brengt deze inclusieve focus ons het meest verder, die recht doet aan het exclusieve karakter van het werk van Christus, de wereldwijde vernieuwingsgerichtheid van Gods Geest en de verlangens naar het goede leven die in ons leven en om ons heen zijn' (p. 49).

Tekst: Iris Molenaar

Documenten

Wil je op de hoogte blijven van ons werk?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief met elke maand inspiratie, verhalen en de laatste ontwikkelingen.

Inschrijven Meer informatie