Zoek

‘Je begint en eindigt als oefenaar’

‘Je begint en eindigt als oefenaar’
In memoriam ds. Leo Smelt

Op 27 november 2025 overleed ds. Leo Smelt, oud-zendingspredikant. Als lid van de redactie van het blad Lichtspoor was hij ook voor de IZB een bekend gezicht. Bijgaand interview met hem verscheen, kort voor zijn heengaan, in het novembernummer van Lichtspoor. ‘We zijn heus niet het ideale echtpaar. Maar we leven wel samen uit de bron van geloof, hoop en liefde.’ 

4 december 2025

Het was een ingrijpend besluit: stoppen met preken. Maar dominee Leo Smelt heeft er nu vrede mee. Zijn gezondheid mag dan kwetsbaar zijn, hij probeert altijd van de verwondering te leven. ‘Er is nog heel wat te genieten.’
Deze ochtend is het een en al gezelligheid in huize Smelt in Voorthuizen. Twee van de drie zonen staan op het punt te vertrekken. De een woont op een steenworp afstand, de ander moest een uur rijden. Ze kwamen langs voor wat Leo noemt ‘een goed gesprek over de toekomst’. Toekomstbestendig is het huis al in letterlijke zin. Dat is ook nodig want Leo (71) moet flink inleveren. In 2015 werd de ziekte van Parkinson geconstateerd. Eerst in een milde vorm; hij wilde nog zoveel mogelijk in de running blijven. Pas twee jaar na de diagnose vertelde hij het aan zijn gemeente, tijdens een dienst.
De laatste tijd speelt de ziekte meer en meer op. Er kwam onder meer gewrichtspijn bij, maag- en darmproblemen wilden maar niet overgaan, lopen ging moeizaam, knieoperaties boden geen soelaas. Omdat traplopen een te zware opgave werd, is op de begane grond een slaapkamer gemaakt. Een douche en toilet waren daar al. Leo en zijn vrouw, Jannet, hopen vurig hier nog een poos te kunnen blijven wonen. Jannet wijst naar de tuin die in het zachte oktoberlicht baadt. ‘Heerlijk om zo naar buiten te kunnen lopen. Alleen de kippen heb ik weggedaan, je moet ook nuchter zijn en op tijd met dingen stoppen.’

Geloof, hoop en liefde
Niets wijst erop dat afgelopen nacht onrustig verliep. Midden in de nacht ging de stoma lekken. Als arts weet Jannet wel wat haar dan te doen staat, maar ze houdt niet van acute dingen. ‘Die geven spanning.’ Leo: ‘Ze maakt zich weleens te bezorgd.’ Jannet: ‘In goede tijden vul je elkaar aan, maar als het erom gaat spannen…’. Leo: ‘Het is belangrijk, daar open over te zijn. We zijn heus niet het ideale echtpaar. Maar we leven wel samen uit de bron van geloof, hoop en liefde.’

Jannet: ‘We hebben geleerd om ook in deze fase een weg te zoeken. Al vind ik het wel lastig hoor.’ Ze heeft gelukkig een uitlaatklep. Als natuurgids leidt ze groepen rond in de bosrijke omgeving van hun woonplaats. ‘Heerlijk! Wanneer ik me een beetje zielig voel, word ik door God en de natuur tot de orde geroepen.’

En er valt nog veel te genieten, voor beiden. ‘We genieten ontzettend van de kinderen en kleinkinderen en van hun muziek.’ De zonen vormen, samen met een vierde man, de christelijke band ‘Trinity’. De basis voor de muzikale carrière van het drietal werd gelegd in Peru, waar ze hun kindertijd doorbrachten. Als trotse ouders én liefhebbers van latin, de sound van het continent waar een deel van hun leven en hun hart ligt, gaan Leo en Jannet regelmatig naar optredens. ‘Zeker nu ook kleinkinderen gaan meedoen!’

Gitaartje
Leo kreeg als puber al een groeiend verlangen om dominee te worden en de wereldkerk te dienen. In 1982 werd het gezin (oudste zoon Johan was een jaar) door de Gereformeerde Zendingsbond uitgezonden naar de Peruaanse hoofdstad, Lima. Ze betrokken een bovenwoning in een arme volkswijk. Dat zette een stempel op hun leven. Jannet stond Leo terzijde in onder meer het diaconaat. De jongens hadden al vroeg lol in het maken van muziek. ‘Johan was drie toen hij op een gitaartje begon te spelen, Elbert ging aan de slag met fluiten, en Niek was overal op aan het trommelen. Ze hebben daar muziekles gekregen van jongens uit de kerk. Als band zijn ze twee keer in Peru geweest. Johan heeft er zelfs zijn gitaarleraar nog ontmoet.’

Peru was in die tijd ‘een gevaarlijk land’. De terreurbeweging ‘Lichtend Pad’ zorgde voor veel onrust. Ook voor de familie Smelt was het dagelijks leven intensief. De dominee en zijn vrouw bouwden mee aan wijkkerken annex schoolgebouwen. Leo: ‘Het werk nam ons beiden volledig in beslag. Daarnaast had je feitelijk geen vrije tijd. Jannet gaf de kinderen bijles. En buiten dat, je stond altijd aan.’

Na 10 jaar zendingswerk keerde het gezin terug naar Nederland. Met z’n zevenen: twee Peruaanse meisjes, Ruth en Mirjam, waren intussen in hun leven gekomen. Leo werd predikant van de hervormde gemeente in Wezep. Die overgang verliep heel goed. Leo en Jannet voelden zich beiden op hun plek aan de rand van de Veluwe. ‘Er heerste een soort gemoedelijke, onbevangen eenvoud. Daar hebben we geleerd om weer van Nederland te houden.’ Na Wezep volgden Ede, De Bilt, Bussum en Bodegraven. Door die gemeenten werd hij jaarlijks een maand uitgeleend aan de arme dochtergemeenten in Peru, o.a. om voor te gaan en cursussen te geven aan voorgangers en ‘opvallend veel jongeren. Een belangrijke leervraag was deze: in hoeverre zit de prediker zelf als eerste hoorder al of niet verstopt in zijn preek?’

Namens de Stichting Epafras verleende hij pastorale bijstand aan een toenemend aantal Nederlanders in Peruaanse gevangenissen. Ze zaten vrijwel altijd voor ‘die vermaledijde drugshandel’. Een keer betrof het een echtpaar met jonge kinderen. Leo slaagde erin met twee gedupeerde kleintjes naar Nederland terug te vliegen en ze aan hun grootouders over te dragen. ‘RTL4 had wat te filmen!’ De laatste gemeente die hij diende tot aan zijn emeritaat in 2021 was Voorthuizen. ‘Daar werden we starters op de woningmarkt.’

Retraites
Voor Leo is het deze periode vooral een kwestie van afronden. Met name de ‘tijdrovende organisatorische dingen’ heeft hij geschrapt. Veel voldoening haalde hij uit het begeleiden van meerdaagse retraites in Klooster Nieuw Sion. Ze waren hem op het lijf geschreven. Hij laafde zich aan Bijbelstudie, de omvangrijke bibliotheek, het contact met christenen uit alle hoeken en gaten van de kerk. En niet te vergeten de getijdengebeden in de kapel. Leo is ervan overtuigd dat je als gelovige op gezette tijden moet bijtanken. En dat je ‘een kritisch tegenover’ toelaat. ‘Tegenwoordig gaat het heel vaak over het gevoel, maar de Bijbel is de bron én norm van spiritualiteit. Uit die bron drinken, dat is wat je bij deze stilteretraites leert.’ Onlangs heeft hij zich teruggetrokken. ‘Iets moois loslaten is moeilijk’.

Het meest ingrijpend was in augustus de beslissing om te stoppen met kerkdiensten leiden en preken. ‘Maar ik heb er nu vrede mee. Ik wil anderen en mezelf niet te veel in spanning brengen als ik een bepaald woord niet kan vinden.’ Een van de laatste diensten waarin hij voorging, was in het nabijgelegen woonzorgcentrum Norschoten. Jannet: ‘Daar was je onder gelijken.’ Leo: ‘Ik krijg na afloop van de dienst nooit zulke hartelijke handdrukken als juist op zo’n plek.’ De preek ging over de genezing van de 38-jarige verlamde man uit Joannes 5. ‘Jezus maakte een omweg voor hem. Dwars door de misère van dat ziekenhuis. Reken maar dat het er stonk!’

Er blijven nog genoeg dingen over waar hij energie uit haalt. ‘Ik ben lid van het koor Vox Vivenda. Het gebouw waar we repeteren is op loopafstand.’ Leo mag graag schrijven. Aan de Veluwse Kerkbode levert hij o.a. boekrecensies. Hij daagde zichzelf en zijn collega’s uit om columns te schrijven voor de Barneveldse Krant. ‘Hoe laat je het evangelie landen én botsen op het gewone leven?’ Verder is hij lid van de redactie van het blad ‘Lichtspoor’.

Zuster Marina
Schrijven deden hij en Jannet ook veelvuldig in hun Peruaanse tijd. Het was ook de enige manier om contact met het thuisfront te onderhouden – bij gebrek aan een telefoon in huis. (Jannet: ‘Toen we weer een zoon hadden gekregen, belde ik voor het eerst in drie jaar met de familie. Dat telefoontje kostte 70 dollar; bijna een maandloon.’) De rondzendbrieven, in 1996 gebundeld in het boekje ‘Van Overzee’, gaven de achterban een levendig inkijkje in de dagelijkse beslommeringen van het jonge gezin en de lokale gemeente. Zo wordt zuster Marina geïntroduceerd, een weduwe die op latere leeftijd tot geloof kwam. Ze was analfabeet, maar wilde dolgraag leren lezen omdat ze zo van de Bijbel hield. Een vurig voorbidster, die wist wat haar te doen stond toen Leo door tyfus was geveld. ‘Nooit zal ik vergeten dat ze op huisbezoek kwam. (…) Aan het eind van het bezoek knielt ze naast mijn bed neer en bidt voor me. Ontroerend.’

Het belang van het gebed kan hij niet genoeg benadrukken. ‘In Nederland bidden we altijd te weinig. Als er in de kerk gebedsmomenten zijn, komen er een stuk of tien van de duizend leden.’ Bidden deed Leo soms ook met gevangenen die hij opzocht. ‘Ik heb bijzondere gesprekken met die mannen gevoerd. En wat hádden die stoere kerels het vaak over hun moeder…’

Vriendschappen
Een tekst die veel voor hem betekent, heeft niet toevallig ook met het gebed te maken: ‘Wij weten niet wat we bidden moeten zoals het behoort, maar de Geest zelf bidt voor ons, zucht met ons en de schepping mee’ (Rom. 8). Een ander Schriftwoord dat met hem meegaat: ‘Als ik zwak ben, ben ik sterk’ (2 Korinthe 12).

Dat zwakke ervaart hij in meerdere opzichten. ‘Je begint als oefenaar en je eindigt als oefenaar. Het blijft stuntelen.’  Geloofstwijfel kent hij niet, zolang hij maar ‘met de gemeente blijft zoeken naar het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. Onze goede God laat ons niet los!’

Leo probeert ‘steeds te leven vanuit de verwondering’. In het geloof, maar ook in de gewone dagelijkse dingen. Er is nog veel dat hem kan bekoren. ‘Ik geniet van collega’s die de gave van het (s)preken hebben. Ik leef op van een goede preek, maar ook van een podcast als Eerst Dit. En, heel belangrijk, van vriendschappen.’

 

Tekst: Anneke Verhoeven. Foto's: Wouter Muskee

Wil je op de hoogte blijven van ons werk?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief met elke maand inspiratie, verhalen en de laatste ontwikkelingen.

Inschrijven Meer informatie