Zoek

'Geen kloppend verhaal, maar een kloppend hart'

'Geen kloppend verhaal, maar een kloppend hart'
Het missionair verlangen van buurtpastor Martijn de Jong

‘Hé, u bent toch van die christelijke moskee?!’ Twee meisjes herkenden Martijn meteen toen ze hem onlangs passeerden. Het voorval zegt veel over zijn rol als buurtpastor in de Rotterdamse wijk Spangen. Martijn de Jong, naast dominee ook pionierbegeleider bij de IZB, was als tiener al missionair actief. En ervaart steeds weer: ‘Het hangt allemaal helemaal niet van mij af'.

2 december 2025

Het is een rustige maandagochtend, Martijn (34) zit achter zijn laptop in het wijkgebouw ‘Tussen Hemel & Aarde’. Een groot deel van de week is het hier een gezellige drukte: er wordt huiswerkbegeleiding gegeven, er is een kindercoachclub, er zijn Mom(m)ents – ‘inspirerende sessies voor krachtige vrouwen’ – en elke donderdag kunnen buurtgenoten aanschuiven bij een wijkdiner met een mysteryguest. Twee keer in de week is er specifiek aandacht voor jongeren die gestopt zijn met hun opleiding of werk. Kartrekker van dit project is Samsson, een Mozambikaan met een groot hart die hier op een goede dag aanklopte – hij wilde graag iets doen met en voor deze groep. Een typisch voorbeeld van de manier waarop hier gewerkt wordt: onderlinge relaties staan centraal.
Sportschool
Martijn mag gewoonlijk de dag graag beginnen in de sportschool, maar deze keer niet. De afgelopen dagen waren actief genoeg. Hij zit nog na te genieten van het gemeenteweekend. Het thema ‘Mission possible’ werd op alle mogelijke manieren ingekleurd: Bijbelstudie, verdieping, sport en spel, lekker eten. ‘En we hebben onder meer gesproken over pastoraat, dat we op een andere manier gaan vormgeven. Eerst was het vooral crisispastoraat; nu komt er meer structuur in.’ Er is een werkwoord voor bedacht: spreeuwen. Afgekeken van een spreeuwenzwerm, waarbij duizenden vogels een dans uitvoeren zonder tegen elkaar aan te vliegen. Het geheim: elke spreeuw houdt zeven andere spreeuwen in de gaten. De bedoeling is dat ieder lid van Geloven in Spangen komend seizoen aandacht geeft aan zeven anderen door hem of haar uit te nodigen voor een kop koffie, samen te wandelen ‘of in de viering naast je spreeuw te zitten’. 

Die zondagse vieringen (Geloven in Spangen is als kerngemeente onderdeel van de PKN) vormen het kloppend hart van de geloofsgemeenschap. En vanuit het verlangen om het geloof handen en voeten te geven wordt een heel scala van activiteiten aangeboden, waarbij de rijke culturele diversiteit (meer dan 80 verschillende culturen op een vierkante kilometer) leidend is. 

Aan deze jonge, multi-etnische kerk is Martijn de Jong verbonden als buurtpastor. Ook zijn vrouw, Klaske, is nauw bij het werk betrokken. ‘Ze is jobcoach; via contacten vanuit onze weggeefwinkel helpt ze mensen hun talenten ontdekken en een match te vinden. Ze is ook een buurtverbinder en in die rol werkt ze mee aan het sociaal cement in de wijk.’ Elke maandagochtend sport ze met een groep vrouwen. Het resultaat is merkbaar. ‘Vrouwen van mijn leeftijd die eerst puffend bovenaan de trap stonden, doen nu bootcamp-achtige dingen.’ Ze wonen aan de Mathenesserdijk, ‘midden in de dynamiek van Spangen. We kijken uit over de trambaan, zien de bakker die het brood van gisteren naast de container zet (waarna de meeuwen zich erop storten) en de bakfietsouders.’  

Dabar 
Martijn is de oudste in een gezin van vijf kinderen, groeide op in Waddinxveen, waar zijn vader een pluimveebedrijf had. Een degelijke hervormde opvoeding: twee keer per zondag naar de kerk, naar zondagsschool, (belijdenis)catechisatie. ‘Vanaf mijn 18e zat ik op een interkerkelijke Bijbelkring, daar ging de Bijbel op een nieuwe manier voor mij open, er was ruimte om breder te kijken dan alleen naar de hervormde theologie.’ Tijdens belijdeniscatechisatie wordt hij uitgenodigd om mee te doen met evangelisatiewerk op een grote seizoenscamping in de buurt. ‘Het was een van mijn eerste missionaire activiteiten. In diezelfde tijd ging ik ook Dabar doen.’ Niet dat hij zo’n vrijmoedig getuige was. ‘Van huis uit ben ik best introvert en ik was in het begin heus wel aan het stuntelen.’ Maar een sterk missionair verlangen overheerste. Hij ervaarde – en ervaart nog steeds – een roeping, die zich vooral op de volgende manier manifesteert: ‘Ik rol van het ene in het andere, en op het moment dat ik daar ben, weet ik dat het de goede plek is voor mij.’ 

Hij deed vwo in Gouda en ‘vond alles een beetje leuk’. Een studieadvies wees in de richting van houthakker, boswachter of meubelmaker. Lekker met je handen bezig zijn dus, iets wat hij nog altijd graag doet trouwens. Theologie trok hem het meest, ook al ambieerde hij niet per se de kansel. Na het EH-basisjaar deed hij een hbo-studie theologie. ‘Bezig zijn met de Bijbel, én met mensen – ik heb er onwijs van genoten.’ Hij volgde diverse aanvullende cursussen, onder andere voor het bedienen van de sacramenten, en gaat op zondag regelmatig voor in de (wijde) omgeving. 

Intussen was Martijn via een stage bij de IZB terechtgekomen. Sinds 2020 is hij buurtpastor bij Geloven in Spangen, waarbij hij sinds 2024 wordt geassisteerd door junior-pastor Louise Newland.  
Daarnaast werkt hij als begeleider van IZB-pioniersplekken. ‘Daar voelen mensen wat een mooie organisatie de IZB is. Die voor hen zorgt, voor hen bidt.’ 

‘Gevaarlijk’ 
Of hij in de loop der jaren anders is gaan denken over missie? ‘We zeggen weleens tegen elkaar: pionieren is gevaarlijk; optrekken met mensen die niet zoveel hebben met God, geloof en kerk, verandert je.’ Hij voelt zich nog steeds verwant met zijn eigen kerkelijke roots, maar plaatst wel een kanttekening. ‘Je kunt redeneren “We hebben dit verhaal en dat verhaal klopt. Het geeft een antwoord op alle vragen.” Maar als het niet meer werkt… Hier geloven we dat God mensen roept en helpt een warme gemeenschap te zijn, waar Jezus centraal staat én waar Hij gevonden kan worden. Geen kloppend verhaal, maar een kloppend hart.’ 

Gelukkig wordt dat opgemerkt, ook door de partnerkerken (gemeenten die Geloven in Spangen ondersteunen). ‘Hun ogen gaan echt open voor wat God doet.’ Natuurlijk speelt de klassieke reflex weleens op. ‘Rond een diaconale activiteit wordt dan gevraagd: maar komen er ook mensen naar de vieringen? Dan antwoord ik dat de mooiste ervaringen die dingen zijn die ons overkomen, waar we geen invloed op hebben. Ik ben niet degene die het licht aan hoef te doen in een donkere wijk. Maar als ik in een bepaalde fase van iemands leven word ingeschakeld en langszij mag komen, blijkt God allang met hem of haar aan het werk te zijn.’ 

Zoals die dame, laten we haar Monique noemen, die langsfietste. ‘Ze zag onze banner, raakte geïnteresseerd en komt nu geregeld naar onze vieringen. Soms maakt ze een schilderij naar aanleiding van de preek. En misschien haalt ze er dingen uit die ik zelf helemaal niet zo heb bedoeld. Maar daar gaat het niet om; blijkbaar werkt het voor haar op deze manier.’  

Zeeman 
Een markante figuur die hij in zijn rol als wijkpastor heeft leren kennen was Adriano, een Kaapverdiaanse zeeman in ruste. ‘Ons contact groeide uit tot een vriendschap. Hij vervulde een beetje de rol van buurtopa. Een paar jaar geleden overleed hij, ik mocht zijn uitvaart leiden.’ Meteen een mooi missionair moment. ‘Een groot deel van de mensen die bij die dienst aanwezig waren, kwam nooit naar de kerk. Het is bijzonder om dan – midden in het verdriet van mensen – woorden van goed nieuws te vinden, die iets van troost en licht brengen.’ 

Spectaculaire radicale bekeringen – altijd mooi, maar dat is niet het streven. ‘Regelmatig zie je bij mensen een verandering, als ze een tijdje met ons oplopen. Ze gaan vragen stellen. Met hele kleine stapjes komen ze soms dichter bij het evangelie. En soms ook niet. De mensen die wij ontmoeten – die misschien niet eens kunnen lezen en schrijven – kunnen wel zien en proeven hoe we zijn. Wij bidden voor hen, en voor wat hen bezighoudt – een zieke vader bijvoorbeeld.’ 

Vanmiddag gaat hij naar een dame uit de wijk die ongeneeslijk ziek is. ‘Toen ik eerder bij haar op bezoek was, had ik mijn bijbel en mijn dienstboek bij me. Ze vroeg of ze de bijbel mocht lenen, en pakte het dienstboek. Daar is ze blijkbaar in gaan lezen. En het deed haar goed.’ Martijn kan glimlachen om dergelijke situaties. ‘Op zulke momenten ervaar ik dat het allemaal helemaal niet van mij afhangt.’ 

Drumstel 
Werk en privé lopen bij Martijn nogal eens door elkaar. Als je je daar maar bewust van bent is dat geen ramp. Maar juist daarom zoekt hij gericht naar momenten om even met iets heel anders bezig te zijn. De hond – een golden retriever – helpt daarbij. ‘Tijdens het uitlaten spreek ik dan ook weleens mensen die ik niet in mijn werk tegenkom, en dan heb je het dus over bijvoorbeeld… honden.’ 

Afleiding vindt hij in taal. Goede teksten zijn aan hem zeer besteed, en in de vakanties leest hij dan ook veel. ‘Theologie, filosofie, maar ook fictie. Van schrijvers als Dostojevski en Tolstoj kan ik enorm genieten.’ 

Recent heeft hij weer een drumstel aangeschaft. ‘Dat staat bij mijn ouders. Dan neem ik de hond mee, daar kan-ie lekker rauzen. En zelf raus ik dus ook.’ 

Tekst: Anneke Verhoeven. Foto's: Sjaak Boot.

Wil je op de hoogte blijven van ons werk?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief met elke maand inspiratie, verhalen en de laatste ontwikkelingen.

Inschrijven Meer informatie