‘Improvisatie’ was het thema van de tweede editie van ‘Theologie op het terras’, de jaarlijkse zomerbijeenkomst van Areopagus Young, het netwerk van jonge theologen van de IZB. ‘We proberen dingen uit. We maken fouten. Daar zit een zekere innovatiekracht in.’
‘Ik ben nu drie jaar dominee’, vertelt Nienke Meinster-De Ronde, predikant in de Protestantse gemeente Pijnacker-Delfgauw. ‘Ik ben betrokken bij Areopagus Young omdat ik het een feest vind om leeftijdgenoten te ontmoeten die dezelfde dingen doen.’ Wat haar generatie predikanten typeert, is ‘een zekere onbevangenheid’ zegt ze. ‘Mijn religieuze horizon is van na 2004, het jaar van het ontstaan van de Protestantse Kerk in Nederland. Voor mijn generatie is deze kerk een gegeven en wij willen daar graag het beste van maken. Van die houding kan ik erg genieten.’
Dat herkent Christian Visser, sinds een halfjaar predikant in ’s-Graveland. Hij vond het waardevol om over het thema ‘improvisatie’ van gedachten te wisselen. ‘We hebben een zekere naïviteit. We proberen dingen uit. We maken fouten. Daar zit een zekere innovatiekracht in.’ Hij lacht even. ‘En natuurlijk hebben we ook de wijsheid van oudere generaties nodig, die weten dat heel veel dingen al geprobeerd zijn.’
Openhartig
Visser geeft een voorbeeld van wat er zoal ter tafel komt bij ‘Theologie op het terras’. ‘Ik merk aan mijn catechisanten dat het hen niet lukt om in de Bijbel te lezen. Daarom begin ik de catechisatie met een halfuur Bijbelstudie, vaak over de tekst waar ik de zondag erna over ga preken. Dat helpt mij om hun belevingswereld te leren kennen. En het helpt hen dat ze de tekst al een keer nauwkeurig hebben gelezen als ze ’s zondags de kerkbank in schuiven.’
Een ander voorbeeld dat langskwam, was hoe je een pastoraal gesprek voert. ‘Vaak wordt ervoor gekozen om aan het einde van het gesprek samen te bidden. Maar wat als je begint met gebed? Vaak volgt er na het gebed nog een openhartig gesprek. Zou het dan niet helpen om daar juist mee te beginnen?’
Teun de Ridder, theoloog-trainer bij IZB-Areopagus, was blij met de open sfeer die het thema ‘improvisatie’ opriep. ‘Mensen konden ook blunders delen, dingen die niet goed waren gegaan. Het is goed als er een plek is waar daar open over gepraat kan worden.’ Zijn collega Iris Molenaar was verantwoordelijk voor de keuze van het thema en is zelf bezig met haar predikantsmaster. ‘Het was mooi om te horen dat sommige predikanten juist ook positieve ervaringen inbrachten’, zegt ze. ‘Daardoor vragen anderen hoe zij dingen hebben aangepakt. Dat is bemoedigend om te delen.’
Improvisatiespel
Areopagus Young is voor haar in de eerste plaats een ontmoetingsplek, vertelt Nienke Meinster. ‘De sfeer is heel prettig. Het is een plek waarin je wordt aangemoedigd om jezelf niet al te serieus te nemen. Leeftijdgenoten die geen dominee zijn, snappen soms niet wat het inhoudt om veel van het leven van andere mensen te zien. Je zit aan het sterfbed van mensen. Het is goed om het onderling daarover te hebben.’
Met veel jonge collega’s deelt ze eenzelfde gevoel van urgentie, zegt ze. ‘Ik krijg vaak de vraag waarom ik predikant ben geworden. Want een jonge dominee, dat komt niet vaak voor. Iedereen bij Areopagus Young gelooft blijkbaar dat de kerk een roeping heeft voor de wereld. Daarin herkennen we elkaar. Ik vind ook ontspanning in dit soort ontmoetingen. Het ligt niet allemaal bij mij, hoe het met de kerk verdergaat.’
Wim Vermeulen, predikant van de Jacobikerk in Utrecht en academiepastor van de PThU, hield een lezing over het thema ‘Improvisatie’. ‘Wim haalde een parallel aan met improviseren in het theater’, vertelt Christian Visser. ‘In het improvisatiespel zegt je nooit nee. Je gaat altijd in op wat de ander zegt, anders blokkeer je de dialoog. Iets dergelijks doe je als predikant ook, in de gesprekken die je voert en in de manier waarop je reageert op onverwachte situaties.’
Na de lezing van Wim Vermeulen was er de mogelijkheid om in kleine groepen verder te praten. Meinster: ‘We hebben toen ook een gesprek gevoerd over dat Christus zelf in zekere zin steeds improviseert en dat het evangelie iets is dat van een onverwachte kant komt. Er wordt iets van buitenaf aangereikt. Dat is ook nu nog zo: Het evangelie brengt een totaal andere stem in, het reikt een andere realiteit aan.’
Achtertuin
De jonge predikanten werken allemaal in gemeenten die, soms zonder het te weten, een missionair karakter dragen. ‘Ik heb gisteren een openluchtkerkdienst geleid’, vertelt Visser op de ochtend dat ik met hem terugblik. ‘Een aantal gemeenteleden had een buurman of buurvrouw meegenomen. Zij hebben kennelijk een verlangen om mensen uit te nodigen door te zeggen: hier moet je bij zijn. Het is natuurlijk ook een bijeenkomst met een iets lagere drempel.’
De dienst werd gehouden in een grote achtertuin van een van de gemeenteleden. ‘Op zo’n moment draag ik geen toga en sta ik te rommelen met een preek die dreigt weg te waaien. Ik kan me voorstellen dat zo’n buurman denkt: mijn buren zijn niet gek, en die andere christenen ook niet; het zijn ook gewoon gezellige en leuke mensen. Dat zijn missionaire momenten, zonder dat het zo wordt genoemd.’
Tekst: Nels Fahner
Meer weten over Areopagus Young? Kijk dan hier.