Danken voor het halen van een examen, bidden voor een nieuwe baan: dergelijke gewoonten zijn belangrijke signalen voor de vitaliteit van een kerk, meent de Britse voorganger en gemeentetoeruster Steve Rouse. Op 14 en 15 mei hield de afdeling IZB-Toerusting een tweedaagse conferentie met hem.
‘Steve Rouse is metselaar en steigerbouwer geweest, voordat hij theologie ging studeren. Wat me opviel aan hem was zijn praktische inslag. Ik kan me ook voorstellen dat hij een benaderbare voorganger is’, vertelt missionair predikant Rik Mager, een van de deelnemers aan de tweedaagse met Rouse in De Wittenberg in Zeist.
Gezond
Rouse is verbonden aan LICC, The London Institute for Contemporary Christianity. Het LICC is een Engelse missionaire organisatie die verschillende kerken bedient en in werkwijze enigszins vergelijkbaar is met de IZB. De organisatie ontwikkelde een benadering van gemeenteopbouw gebaseerd op twintig ‘vital signs’. ‘Het menselijk lichaam heeft bepaalde vitale kenmerken, zoals bloeddruk en hartslag’, legt Mager uit. ‘Dat zijn tekenen hoe gezond je bent. Rouse gebruikt dat beeld om aan de hand van twintig kenmerken te onderzoeken hoe vitaal een kerkelijke gemeente is.’
Voor de Brit is het belangrijk dat christenen worden toegerust voor de heiliging van het dagelijks leven. ‘In de kerk zie je dat bijvoorbeeld terug doordat er niet alleen gebeden en gedankt wordt voor grote gebeurtenissen zoals een trouwdag, maar ook voor examenkandidaten of voor mensen die van baan wisselen. Het gaat hem om de schijnbaar onbelangrijke zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een rapport, het opstellen van een offerte, het deelnemen aan een vergadering en de mensen die je daarbij ontmoet.’
Ontvankelijkheid
Op de website van het LICC kunnen kerkelijke teams een opdracht doen om de sterke en zwakke punten van hun eigen gemeente op het spoor te komen. Een centraal begrip in Rouses benadering is ‘Wholelife discipleship’. Mager: ‘Het gaat hem niet zozeer om het opzetten van missionaire projecten, maar dat individuele christenen een bepaalde ontvankelijkheid ontwikkelen voor wat er speelt in het leven van hun familie, in de buurt, bij collega’s. Je kunt naar een kerkelijke bezinningsavond gaan, maar dat houdt je weg bij de squash of de vergadering van de Oranjevereniging, waarin je iets kunt betekenen voor jouw dorp.’
Afwegingen
Dat zijn soms lastige afwegingen om te maken, zag Mager in de gesprekken tijdens de conferentie. De tweede dag van de conferentie was speciaal op voorgangers die bij een traject van IZB-Toerusting betrokken zijn, gericht. ‘Predikanten hebben het vaak al druk in hun eigen gemeente. Zij zien het niet zitten om ook nog op een sportclub te gaan of zich aan te sluiten bij de harmonie. Dat heeft te maken met tijdgebrek maar ook met een bepaalde ambtsvisie, de gedachte dat je als predikant een zekere afstand moet bewaren.’
Als begeleider van gemeenten die graag meer naar buiten gericht zijn, helpt de tool van Vital Signs van het LICC hem wel om te zien waar de gaten vallen, vertelt Rik Mager ten slotte. ‘Ik zag bijvoorbeeld dat bij een oorlogsmonument vlak bij een dorpskerk een kranslegging was bij de dodenherdenking. De herdenking was in de kerk, maar de kerk legde zelf geen krans. Dat zou Rouse meteen opvallen, want door een krans te leggen laat je zien dat je weet wat belangrijk is voor het dorp.’