Een verschoontafel is misschien niet het eerste waar je aan denkt bij een pioniersplek. Maar bij De Loods in Brakel is deze service een essentieel onderdeel van de inventaris. Vrijwilligers uit de hervormde gemeente hebben de voormalige bouwmarkt omgetoverd tot een knusse ruimte, die in eerste instantie bedoeld is voor jonge moeders en hun kroost. Met het MamaMoment gaat de droom van pionier Carola Wahlbrinck-Kortlever in vervulling.
Brakel, een dorp (en voormalige heerlijkheid) in de Bommelerwaard, koestert zich in de februarizon. Het is er ongetwijfeld goed wonen voor de ruim 3000 ingezetenen. Maar natuurlijk is ook hier eenzaamheid en dreigen mensen de nodige aansluiting te missen. Niet iedereen heeft een (groot) netwerk. En dan is ook het consultatiebureau nog wegbezuinigd; de ouders van baby’s en peuters moeten daarvoor nu naar Zaltbommel, waar Brakel onder valt. Carola: ‘Voor een bepaalde categorie is dat net te veel moeite. Ze hebben geen auto of er zijn andere drempels. En dus gaan ze maar niet, het is ook niet verplicht. Maar daarmee missen ze wel de contacten die juist in die fase zo belangrijk zijn. Ze zijn net moeder, de eerste tijd heb je het razend druk, maar vervolgens wordt je wereld een stuk kleiner. Dan is het zo belangrijk dat je vrouwen ontmoet in een vergelijkbare situatie.’
Carola (37) heeft zelf twee dochters van 13 en 9 en een zoontje van 1. ‘Ik zal niet zeggen dat ik vriendschappen aan het consultatiebureau heb overgehouden, maar die contactmomenten zijn heel waardevol. Je hebt het tijdens het aan- en uitkleden van je kind even over de gebroken nachten of over eetproblemen.’
Tonet, ook lid van het pioniersteam (‘ik ben de bak- en kookmevrouw’) is van een oudere generatie. ‘Toen mijn oudste geboren werd, 42 jaar geleden, stopte ik met werken. Dan liep je met de kinderwagen door het dorp en kwam je andere moeders tegen.’ Carola lacht: ‘Dat is nu echt anders. Op de dagen dat ik thuis ben, zie ik nauwelijks moeders met kleine kinderen op straat.’ Drie dagen in de week is ze trouwens omringd door mensen uit een andere leeftijdsfase: ze werkt als geestelijk verzorger in een woonzorglocatie.
Moederkerk
Carola groeide op in de Alblasserwaard, in Brandwijk. Ze had al vroeg een missionair hart. ‘Ik zat als 15-jarige in de kerk en vroeg me af: is dít nu kerk-zijn? Er gebeurden achter de schermen misschien best veel goede dingen die ik niet wist, maar het hield me wel bezig. Mijn weg voerde me naar de Bijbelschool De Wittenberg in Zeist. Daar werd ik geraakt door een workshop van het Evangelisch Werkverband rond het project ‘Als de moederkerk zwanger wordt’, over pioniersplekken binnen de protestantse kerk. Plaatselijke gemeenten die als het ware opnieuw moeten beginnen. Ik was 19 en het is me altijd bijgebleven.’
Ze studeerde theologie in Ede, en ging na haar trouwen wonen in Zuilichem, hier een steenworp vandaan. Siem, haar man, is werktuigbouwkundige en ontwikkelt machines voor de voedingsindustrie. Hij wilde graag een huis met een loods erbij en in hun zoektocht daarnaar stuitten ze in 2017 op hun huidige plek in Brakel. ‘Heel bijzonder, zo’n grote loods midden in het dorp. We zagen het ook als een kans om iets terug te geven aan de gemeenschap.’
‘Ook het consultatiebureau is enthousiast’
Zo groeide het plan om de ruimte beschikbaar te stellen voor pionierswerk. In een traject van zoeken, luisteren, bidden en overleggen met de plaatselijke hervormde gemeente werd steeds meer duidelijk welke kant het op moest gaan: jonge moeders. Je hoeft niet per se (kleine) kinderen te hebben om aan te schuiven – er zijn bijvoorbeeld ook Oost-Europese vrouwen die misschien wel behoefte hebben aan een ontmoetingsplek, ook zij mogen komen. Carola: ‘Maar je moet ergens starten. De moeders kunnen ervaringen uitwisselen, koffie en thee drinken terwijl de kinderen zich vermaken in de speelhoek. Er valt altijd van elkaar te leren. Al gaan we geen hulpverlenertje spelen, dat is niet de bedoeling.’
Het mooie is trouwens dat het consultatiebureau, in Zaltbommel dus, er ook enthousiast over is. ‘Voor hen was het ook helemaal niet leuk dat ze hier dicht moesten. Ze hebben al aangeboden om eens langs te komen om te vertellen over borstvoeding of eetproblemen.’ Tonet vult aan: ‘Een fysiotherapeute hier uit het dorp wil ook een keer een ochtend verzorgen.’
Geen clubje
Uiteraard staat of valt het pioniersplan wel met de steun van in dit geval de hervormde gemeente. Die schaarde zich achter het initiatief. Sommige gemeenteleden hadden aanvankelijk wel aarzelingen en wilden weten wat ze konden verwachten. ‘Pionieren is hier onbekend, en het is alleen maar mooi dat mensen eerlijk bij ons kwamen met hun vragen. Bijvoorbeeld deze: “Jullie worden toch niet een clubje?” Dat hadden ze namelijk weleens gehoord uit andere plaatsen, dat er een eigen geloofsgemeenschap zou ontstaan, los van de kerk.’ Nee, konden de teamleden verzekeren, dat was niet de bedoeling.
De locatie moest natuurlijk nog wel gebruiksklaar worden gemaakt. De nodige klussers waren snel gevonden; met name senioren die na de traditionele appelpluk niet veel omhanden hadden, lieten zich maar al te graag inschakelen. En het resultaat mag er zijn: de loods is aan de buitenkant nog steeds een loods, maar dat vergeet je zodra je de sfeervolle huiskamer binnenstapt.
Of er na het MamaMoment ook een MannenMoment komt? Wie weet. Zo zijn er nog veel meer ideeën, variërend van taallessen tot huiswerkhulp, van een bbq tot een ‘repairmoment’. Dat laatste is iets waar enkele mannen vurig op hopen, weten Carola en Tonet inmiddels. Een deel van de loods staat vol met machines en gereedschappen, oud maar bruikbaar, een walhalla voor iedereen die in het bezit is van twee rechterhanden.
Maar eerst de mama’s. Kerkelijk betrokken, rand- of buitenkerkelijk, ze zijn allemaal welkom. Nadrukkelijke christelijke verwijzingen ontbreken. ‘Als team komen we regelmatig bij elkaar om te bidden en uit de Bijbel te lezen en als er moeders zijn die daarbij willen aanhaken mag dat. Maar we willen vooral laagdrempelig zijn, iedereen moet zich hier thuis voelen.’ Dat er in de zithoek een stapeltje Eva’s ligt, is min of meer toevallig. ‘Het hadden ook Libelles kunnen zijn.’