Zoek

Gerben Bremmer, bouwvakker in dienst van het Koninkrijk

Gerben Bremmer, bouwvakker in dienst van het Koninkrijk

‘Ik spreek ook de taal van de steiger’  

Hij had nooit gedacht dat hij nog eens met een koffiekar door Zwijndrecht zou fietsen, om op drukke pleisterplaatsen bij een bakkie contact te leggen met dorpsbewoners. Na de middelbare school stond hij voorgesorteerd voor een carrière als aannemer. Missionair pionier Gerben Bremmer (32) houdt er wel van om mensen uit te dagen. ‘Waar word je nou nog bevráágd op je wereldbeeld?’  

3 september 2021

Gerben BremmerHet is de laatste vakantieweek in het Badhuis, de ‘huiskamer van de wijk’ in Zwijndrecht. Aan het eind van de middag hebben de tieners er een enerverende digitale voetbalwedstrijd op zitten. De winnaars van de Fifa-competitie nemen ietwat verlegen de prijzen in ontvangst en poseren voor de foto; de verliezers applaudisseren sportief. Gerben beweegt zich tussen hen alsof hij hier al jaren rondloopt.   
‘Toen ik een jaar of 17 was, had ik helemaal gehad met God, geloof en kerk. Laat staan dat ik gemotiveerd was om anderen erover te vertellen’, vertelt hij even later, nadat hij de ‘gassies’ heeft afgezwaaid. Hij groeide op in Katwijk, in een gezin dat lid was van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.  

 
Afstand 
Na het vmbo-t koos Gerben voor een opleiding tot timmerman, ging werken in de bouw. In gesprekken met ouders van vrienden en in het bijzonder tijdens een bijeenkomst waar Arjen en Jurjen ten Brinke spraken, maakte hij kennis met een heel andere geloofsbeleving. ‘Tot dan toe ervoer ik God op grote afstand. Ik had geen flauw benul dat Hij betrokken zou willen zijn op mijn leven en dat Hij me misschien wel zou willen inschakelen in zijn dienst. Ik ontdekte de liefde en genade van God en dat het evangelie van Jezus Christus een blijde boodschap is. Niet zomaar als een aanvulling op je bestaan, maar als de zin ervan; het kleurt het héle leven en geeft hoop en perspectief.’ Sinds die ontdekking sprak hij er vaak over. Ook tijdens zijn werk. ‘Nadat ik belijdenis van het geloof had gedaan, in de hervormde gemeente, ontstond het verlangen om mijn tijd en talenten in te zetten voor Gods koninkrijk, in het missionaire werk.’  
Om een lang verhaal in te korten: Gerben volgde de opleiding Godsdienst Pastoraal Werk (CHE), en studeerde theologie in Kampen. De masterstudie ‘Missionaire gemeente’ heeft hij net afgerond. Tijdens zijn hbo-opleiding liep hij stage in de Protestantse Gemeente Rijnsburg, en bleef er als waarnemer, na het vertrek van de predikant. Hij werkte mee aan de ontwikkeling van het buurtpastoraat, in samenwerking met maatschappelijke organisaties.  
 
Schakelen 
‘Door het contact met randkerkelijken ben ik in die periode bevestigd in het verlangen om fulltime werkzaam te zijn in missionair-diaconaal werk.’ Ook die passages uit zijn cv zullen er aan bijgedragen hebben dat hij is benoemd tot missionair werker in de volksbuurt rond het Badhuis in Zwijndrecht. 
‘Het is een voordeel, denk ik, dat ik snel kan schakelen. Ik spreek ook de taal van de steiger. Vlakbij mijn huis wonen kampers. Pas kwam ik op zondag thuis na de viering, zaten ze in de voortuin te barbecueën. Ik schuif dan graag aan. ‘Kan ik een biertje meedoen?’ Het is naar zondagse Katwijkse begrippen ruw gezelschap. Ze vloeken zonder het te beseffen; als stopwoorden strooien ze die lukraak in het rond. Mijn eerste doel is niet om te voorkomen dat ze vloeken, het gaat mij er primair om dat ze Jezus leren kennen.’ 

Levend 
‘Een tijdlang was dit mijn beeld van het geloof: Ooit heeft God de wereld geschapen. Op zeker moment heeft Hij Jezus gezonden. Na diens hemelvaart heeft Hij ons achtergelaten met de Bijbel en daar zullen we het mee moeten doen, totdat Hij terugkomt.  
Je kunt zeggen: dat is al heel wat, maar dan mis je veel. Het geloof is zoveel levendiger, zoveel spannender ook, als je weet dat Hij de Levende is, die dagelijks op je betrokken is, die hoort naar je gebeden.  
 
Avontuurlijk 
Ik heb een tijd gedubd of ik theologie zou gaan studeren, om me toe te leggen op missionair werk. In die periode werd ik getriggerd door 1 Kor. 14: … dat God in jullie midden is. Daar verlangde ik naar, ik bad er vurig om. Kort daarna liep ik met twee vrienden op het strand. Komt er een wildvreemde man op ons af, die tegen mij zegt dat God me wil gebruiken in zijn dienst. Eén vriend zei: dit is een teken van God. De ander: ‘Nee joh, zo werkt dat niet. Ik werd heen en weer geslingerd. Een tijdje daarna ben ik in een bijeenkomst waar een Afrikaanse evangelist sprak over zijn werk. Boeiend, inspirerend. Aan het eind komt hij naar me toe en zegt hetzelfde als de man op het strand. Ik ervoer dat als een bevestiging van mijn roeping. Dat God door zijn Geest, via mensen, nog spreekt, maakt het geloof voor mij nóg mooier, levendiger. Hij leeft, Hij hoort ons gebed en spreekt, handelt. Dat maakt dat de weg van het geloof altijd iets avontuurlijks heeft.’ Hij deed in zijn bachelor onderzoek naar de vraag hoe christenen in concrete situaties in het missionaire werkveld de leiding van de Heilige Geest kunnen ervaren. 

Bevragen 
‘In missionaire contacten ben ik altijd nieuwsgierig naar het wereldbeeld van de ander. Dus luister ik vooral. Wat zijn gedachten over God en geloof, over de wereld, het lijden; wat is je hoop? ‘Stel nu eens dat je gelijk hebt, dat er geen God is….?’ De meeste mensen denken daar niet heel diep over na. Maar waar wordt hun wereldbeeld nou nog ’s bevraagd? 
Tijdens mijn werk in de bouw sprak ik erover met collega’s. Als ze dan interesse toonden, durfde ik ze eigenlijk niet mee te nemen naar een kerkdienst. De kloof tussen de bouw en de kerk is zo immens groot. Daarmee begon voor mij een nieuwe zoektocht: hoe zou je die kloof kunnen overbruggen? Vandaar mijn studierichting ‘missionair gemeente zijn’.
‘De kern van missionair werk is dat je kunt vertellen waarom het evangelie een blijde boodschap is; dat je weet dat Jezus ‘het einde is en dat je ernaar verlangt dat anderen Hem leren kennen.’ Met de koffiekar trekt hij Zwijndrecht in en gaat hij op straat het gesprek aan.’ Je komt veel vooroordelen tegen: bijvoorbeeld dat Het Badhuis er alleen is voor eenzame of arme mensen. Ja, voor hen ook, maar het evangelie is er voor iedereen. Een man zei laatst: ‘Ik geloof nergens in; nou ja… in Feyenoord dan’  
‘Dan moet je wel een groot geloof hebben, tegenwoordig.’ 
We spraken af dat ik een keer meega naar de Kuip; hij gaat een keer mee naar een viering in Het Badhuis. Ik mag graag uitdagen, maar hou er ook wel van om uitgedaagd te worden.’ 

Koos van Noppen 

Gerelateerde berichten