Zoek

De vreugde van het leven voor Gods aangezicht

De vreugde van het leven voor Gods aangezicht

Als je werkt voor de kerk, ben je al gauw een 'ususal suspect': mensen denken dat bij jou geloven, je leven delen, verbinding maken met mensen die niet geloven, vanzelf gaat. Maar voor mij staat de wereld van de kerk niet los van de wereld erbuiten. Mijn roeping ligt niet alleen in de kerk. Ik heb twee banen, en in béide banen is Jezus Koning en Heer. 

24 augustus 2021

Ik werk zowel in de kerk als in de bouw. Beiden zijn mijn roeping, en op beide plekken zoek ik naar manieren om mijn geloof gestalte te geven. In mijn aannemersbedrijf heb ik een leidinggevende rol. Daardoor is het aan mij om de kernwaarden te bepalen: hoe gaan we om met mensen, klanten, materialen, financiën? Geloven op de werkvloer betekent voor mij meer dan het nakomen van mijn afspraken en betrouwbaar werken. In Jezus geloven is niet alleen ‘niet liegen of geen bedrog’, maar puur omgaan met mensen en met respect omgaan met dat wat je gegeven is. Het wordt zichtbaar in je omgang met personeel dat niet zo hard loopt, of als je pestgedrag signaleert. Mijn geloof betekent ook een keuze in de materialen waarmee wij werken: kies ik voor snel geld verdienen met materiaal dat een grote weerslag heeft op het milieu? Of kies ik voor duurzaam materiaal, langere projecten? Ik hoop dat het nieuwe leven dat ik in Jezus ontvangen heb, overal in doorsijpelt. Het vormt je in je kernwaarden, en dat merk je op íeder terrein van je leven. 

Het is niet makkelijker om vanuit je geloof te leven als je in de kerk werkt. Ook daar heb ik een leidinggevende rol, en op beide plekken moet ik mezelf steeds kritisch bevragen. Ik reflecteer dan voor Gods aangezicht: is wat ik doe echt in uw dienst, of ben ik bezig met mijn eigen toko? Dat gevaar loop ik namelijk in de bouw, maar óók in de kerk. Ook daar blijf je gevoelig voor waardering. Ben je bezig met Gods imago, of met dat van jezelf? 

De gemeente heeft het gevaar om een bedrijfje op zich te worden, waar je heel druk mee kan zijn. Er zijn mensen die daar twee of drie avonden per week mee in de weer zij. Ik ben daar blij mee, maar soms vind ik het lastig. Ik vind het voor mezelf belangrijk om ruimte in mijn agenda te houden voor de wereld buiten de kerk. Misschien zijn we dan wat minder bezig met het overeind houden van ons eigen bedrijf als kerk, maar wel met hoe we elkaar kunnen helpen om buiten de gemeente aanwezig te zijn. Zijn we nog op plekken waar Jezus niet altijd zo zichtbaar is? We zijn priesters in de kerk: we brengen dingen van God bij mensen, maar ook van mensen bij God. Ook van mensen van buiten de gemeente.Maar dan moet je daar ook actief zijn, en weten wat er speelt. Als je alleen maar drukt bent met de kerk, hoe weet je dan wat er speelt bij de mensen van de rugbyclub? Hoe kun je dat dan nog bij God brengen? Misschien moeten we als kerk onze eigen organisatie wat aftuigen, om nog echt een rol te kunnen spelen in de samenleving. Zodat alles wat wij doen in en om écht ten dienste staat van onze roeping in de wereld. 

Mijn roeping ligt op twee plekken, en eigenlijk op nog veel meer. Het wordt bepaald door mijn beschikbaarheid voor God: in al mijn verantwoordelijkheden wil ik gehoorzaam zijn aan God en hem dienen. Dat is een voorrecht, ook als het ploeteren en zoeken is. Dat we het perspectief hebben dat ons hele leven voor hém is, vind ik dé grote vreugde in het leven met God. Het is meer dan ziele-heil: het leven wordt meer 'heel' voor het aangezicht van God. Dat motiveert mij om mijn geloof te delen. Ik gun anderen die vreugde. 

André Walhout