Zoek

‘Missionair zijn, dat is gewoon ontmoeten’

‘Missionair zijn, dat is gewoon ontmoeten’

Ze moesten even wennen aan het Focusmateriaal, de dames op de kring van Eef Van der Poel (64) uit Huizen. Onder het mom van ‘stoppen kan altijd nog’ probeerden ze het toch. En gesprek na gesprek kwamen de verrassingen boven drijven.

21 januari 2021

Het Focustraject is inmiddels twee jaar onderweg in de Meentkerk in Huizen, en Eef is één van de mensen die, met haar kring, het hele programma doorlopen heeft. En dat ging niet altijd vanzelf. ‘Eerst twijfelden we een beetje. Willen we dit wel doen? Zijn dit wel thema’s waar we mee verder willen? Een aantal mensen waren erop tegen. De gesprekken en oefeningen werden soms als dwingend ervaren, mensen dachten dat ze nu ineens vanalles moesten. Dan zei ik: je hoeft niet naar Afrika! Begin gewoon eens in de straat, op de plek waar je altijd bent, bij de mensen die je altijd ontmoet. Waarom brengt God je daar?’

Het was een hele oefening voor de kring. Eef: ‘We moesten even zoeken wat bij ons past, welke ‘stijl’ we hebben in het delen van ons geloof. Voor iedereen is dat namelijk anders. Voor de één past het om heel actief naar buiten gericht te zijn. Dat kan voor een ander heel spannend zijn. Maar als je niet te groot denkt, en begint met dichtbij om je heen te kijken, dan wordt het wat gewoner. Missionair zijn is niet iets groots. Het is gewoon ontmoeten.’

Langzamerhand kwamen op kring de gesprekken los, en werden er conclusies getrokken. ‘Op een gegeven moment was er een dame die vroeg of ze ergens naartoe kon meerijden. Twee anderen zeiden eerst ‘nee, dat hebben we liever niet’, omdat ze die vrouw niet zo prettig vonden. Op kring kwamen ze tot de conclusie dat ze dat niet konden maken, en dat de vrouw toch mee moest kunnen rijden. Zo’n klein gebaar, heel concreet. Maar toch een grote stap.’

Eef vertelt verhaal op verhaal. ‘Een kringlid heeft een tijdje terug haar man verloren. Een poosje later overleed de man van haar onkerkelijke buurvrouw. Ze hadden wel eens met elkaar gedeeld hoe ze daarmee omgingen. Toen met kerst de kerk werd opengsteld, had het kringlid gevraagd of de buurvrouw een keertje meeging. Samen hebben ze zitten huilen. En een week later kwam er nóg een buurvrouw mee. Dat is toch bijzonder?!’ 

Ook zelf heeft Eef zo’n eenvoudig contact meegemaakt, dat toch bijzonder bleek te zijn. Al jaren wandelt ze door de buurt met een groepje vrouwen uit de kerk. Op een gegeven moment zocht een sport-buurt-coach contact met haar over het stimuleren van sport bij ouderen. Eef lacht: ‘Hij dacht: ik klop aan bij de kerk, want daar zitten de ouderen. Ik zei tegen hem: ik regel al genoeg, dus ik zit er eigenlijk niet op te wachten.’ Een paar dagen later kwam ze op die gedachte terug. ‘Ik bedacht me: dit is nou net missionair zijn. Iets wat je al doet, met gelovigen, ook delen met anderen. Dus nu wandelen er af en toe een paar niet-christenen mee met ons groepje. Die horen waar wij het over hebben, we leven met elkaar mee, en zo krijgen ze ongemerkt vanalles mee van God en ons leven. Ik vind het bijzonder dat God zoiets gebruikt. Nooit bedachten we dat die wandeling missionair moest zijn, maar God weet daar dan een draai aan te geven.’

‘Zo zie je maar,’ zegt Eef, ‘dat zelfs één persoon een verschil kan maken. Eén van de eerste filmpjes uit het Focusmateriaal, van die jongen op dat bootje, heeft indruk op mij gemaakt. Die jongen zei: ik hoef niet zoveel te zeggen, ze weten hoe ik denk. Je hoeft er alleen maar te zijn. Ik vind dat herkenbaar. De oefening is vooral om je eigen onwil opzij te zetten, zodat God de ruimte krijgt. En om het niet van jezelf te verwachten. Ik mag zaaien, maar verwacht niet dat ik ook mag oogsten. Dat behoedt me voor hoogmoed. En als ik dan tóch iets van vrucht zie, dan geeft dat moed en vertrouwen. Gods Geest gaat door.’