Zoek

‘Ook door stoepkrijt kun je mensen met Christus in aanraking brengen’

‘Ook door stoepkrijt kun je mensen met Christus in aanraking brengen’

‘Soms kun je vrij makkelijk je geloof delen, kleine dingen kunnen mensen ook in beweging brengen’, zegt ds. Wouter Bakker. Hij is door Focus uitgedaagd om gemeenteleden op te zoeken tijdens hun werk. En in een agrarische omgeving kan het dan zomaar gebeuren dat je samen met een boer koeien staat te melken.

6 juli 2020

Ds. Wouter Bakker is predikant van de hervormde gemeente Nieuweroord-Noordscheschut in Drenthe, een gemeente met ongeveer 700 papieren leden, en 200 kerkgangers. Hij omschrijft zijn gemeente als een ‘dorpsgemeente die meer en meer identiteit heeft gekregen’. ‘Er is een nieuwe dynamiek gekomen in de gemeente. We zien dat een nieuwe generatie opstaat. Zo treedt een nieuw college van kerkrentmeesters aan. De gemiddelde leeftijd lag eerst boven de 60, en is straks 35 jaar. Er zijn ook een aantal jonge gezinnen bijgekomen, dat is echt fors voor zo’n dorpsgemeente. Een aantal komen vanuit andere kerken, maar er zijn er ook die naar deze omgeving zijn verhuisd, of mensen die jarenlang nauwelijks kerkelijk betrokken waren en echt een nieuwe start maken in onze gemeente.’

Koeien melken
‘Het Focustraject sluit goed aan bij het proces waar we als gemeente in zitten’, zegt Bakker. ‘We herkenden de verlegenheid om missionair te zijn, maar ook het verlangen. Sommige mensen zeiden bij de introductie van Focus “dit doen we toch al?”. Het traject sluit inderdaad goed aan bij bestaande initiatieven, zoals Kerkproeverij waar we als gemeente aan meedoen, waarin we het startweekend een missionaire uitstraling hadden gegeven. Tegelijk blijft het vaak beperkt tot bepaalde momenten in het jaar. Missionair-zijn zit nog niet verweven in het DNA van de gemeente. Daar kunnen we als gemeente verder in groeien, en dat besef leefde ook sterk in de gemeente. Wat ook goed aan zou kunnen sluiten, is de focus op doen door de ‘In beweging’-opdrachten. Mensen zijn hier praktisch ingesteld. Er zijn veel gesprekskringen en er is geen verlegenheid om met elkaar over het geloof te spreken, maar hoe breng je het in praktijk? Hoe deel je je geloof op de andere momenten in de week? Dat zijn voor veel mensen wel gescheiden compartimenten. Ik ben door Focus meer aangemoedigd om mensen in hun concrete beroepspraktijk op te zoeken. Ik zit hier in agrarische omgeving en neem nu de tijd om met de boer mee te gaan. De koeien melken, mest uitrijden. Er is veel geestelijke nood. Hoe ben je als boer gelovig, in een sector die onder druk staat?’

‘We hebben ook meer oog gekregen voor de vraag wat we als kerk in het dorp kunnen betekenen. Met oog daarop ben ik ook onlangs bestuurslid geworden van het dorpshuis. Het is belangrijk om daar present te zijn. Ik ben al 5 jaar predikant hier, maar neem daar nu ook meer de tijd voor, en krijg daar meer gevoel bij. Ik merk wel dat Focus daar echt invloed op heeft. Dat je steeds weer kijkt: wat zijn de mogelijkheden om hier als kerk iets te betekenen? Dat willen we de komende tijd verder uitwerken. Veel mensen hebben een dubbele pet: ze hebben een taak in de kerk en ook in het verenigingsleven. Hoe kun je dat benutten?’

De afgelopen tijd lagen veel activiteiten stil in de gemeente, of moesten ze op een andere manier georganiseerd worden. ‘De coronacrisis heeft ons echt overrompeld. We konden gelukkig snel schakelen, en hebben meteen goedkope camera’s geregeld waarmee we de diensten via een livestream op Facebook konden uitzenden. We zijn ook gestart met ‘Woorden vinden in de crisis’, een wekelijks meditatief moment op de woensdagvond. Daarvoor ging ik ook in gesprek met gemeenteleden, onder andere met een IC-verpleegkundige. Hoe ervaart zij haar werk in deze tijd? Dat voorzag in een behoefte. Inmiddels hebben we het wat professioneler aangepakt met betere camera’s, maar die begintijd had ook z’n charme. Het blijkt dat je een de kerkelijke gemeenschap ook virtueel kunt ervaren, dat is wel bijzonder. Mensen reageerden in de livestream en wensten elkaar een goede dienst toe.

Verademing
We kunnen nu gelukkig weer samenkomen met een deel van de kerk. Dat was een verademing, en het ontroerde me de eerste keer om weer mensen voor me te zien. Je hebt weer contact tijdens de dienst, en daardoor word ik ook bemoedigd en opgeladen. Ik vond het als predikant wel een kale bedoening. Het is heel onwerkelijk, een lege kerk en preken voor de camera. Je bent niet opgeleid als tv-dominee. Tegelijk vond ik het ook wel een bijzondere tijd. Mensen beleven de dienst op hun eigen plek thuis, en dat is op een bepaalde manier ook veel intiemer. Ze zingen mee in hun huiskamer, komen net uit bed, zitten aan tafel met de koffie, of er zijn kinderen die rondlopen. Ik zie ook de beperkingen daarvan en ben blij dat we nu weer kunnen samenkomen. Ik zie mensen daarvan opleven. Dat ze stilgezet zijn en nieuwe verwondering hebben omdat ze weer naar de kerk kunnen gaan, dat hebben ze wel meegenomen van deze tijd.’

Ook het Focustraject, waar de gemeente net in januari mee gestart was, kreeg de afgelopen tijd een andere invulling. ‘We hebben nauwelijks gezien dat kringen online doorgingen. Het hele kringwerk en ook Focus stond op een laag pitje. We hebben als Focusteam een aantal andere activiteiten op touw gezet die wel mogelijk waren in deze tijd. Zo hadden we tussen Hemelvaart en Pinksteren een gebedstiendaagse via WhatsApp. Gemeenteleden kregen drie keer per dag een bericht: een geschreven ochtendgebed, een meditatie, en een avondgebed. Dat avondgebed werd door gemeenteleden verzorgd in de vorm van een gesproken bericht in de app. Het was een hele mooie ervaring om op deze manier met elkaar te bidden, en gemeenteleden ook echt te horen bidden. Er waren zelfs hele jonge kinderen die meededen en een gebed inspraken. En recent zijn we gestart met ‘Zomertijd met God’: een fotoactie waarbij mensen in de dienst een foto laten zien waar ze de afgelopen week iets van God hebben ervaren.’

De verlegenheid voorbij
Wat hoopt ds. Wouter Bakker dat het Focustraject uitwerkt in de gemeente? ‘Ik hoop dat mensen de verlegenheid voorbij raken, dat het minder gespleten is tussen de zondag en de rest van de week. Elke dienst is huiswerk, om niet tot stilstand te komen. Dat het niet alleen een inspirerend verhaal is - “het was weer een mooie preek”- maar hoe zet het ons aan om ons geloof gestalte te geven in de rest van de week? Dat is een uitdaging, want mensen kunnen daar ook moe van worden. Het moet niet te groot en te massief worden, daar zijn we alert op. Ik hoop dat Focus ergens ook juist heel eenvoudig kan zijn en dicht bij mensen kan komen: getuige te zijn door jezelf te zijn – die mens die God in ons ziet. Een boer moet ook gewoon zaaien en zien wat er vervolgens van komt. Met veel zorg uiteraard, maar uiteindelijk moet je het loslaten en aan Hem overgeven. Ik heb na de dienst de kinderen een keer gevraagd om in hun buurt iets te delen van hun geloof met stoepkrijt. Een kind had geloof, hoop en liefde uitgetekend op straat, een ander een bemoedigende tekst. Het regende een tijd niet, dus die teksten hebben lang op straat gestaan. Soms kun je zo makkelijk je geloof delen, kleine dingen kunnen mensen ook in beweging brengen. Ook door stoepkrijt kun je mensen met Christus in aanraking brengen.’